Voor de tentoonstelling De bonte mensheid heb ik oude thema's en werkwijzen uit mijn eigen oeuvre nieuw leven ingeblazen. Ik heb een nieuwe reeks grote amoebe-achtige epoxy schilderijen gemaakt die ik combineer met een nieuwe lichtinstallatie bestaande uit eigenaardige transparante kunststof koppen.
Het fundament van deze tentoonstelling is de menselijke conditie in al zijn gekkigheid, tegenstrijdigheden en complexiteit. Het leidend motief is de mogelijkheid tot verandering: van mening, vorm, idee, gevoel, smaak en positie.
Talking heads is een hangende slinger van geboetseerde koppen. In de koppen zitten lampen, net als in de serie sculpturen Fluorescent Chairs uit 2018. Die stoelen gaan over het belang van het ongemakkelijke gesprek om tot waarheidsvinding te komen. De slinger opereert op de grens van verbale en non-verbale communicatie. Hoe voer ik vandaag de dag een goed en vrij gesprek? Een belangrijk stuurpunt in de ontwikkeling van de koppen is het kritisch denken en tot nieuwe inzichten kunnen komen. De koppen kun je zien als een stel bonte idioten, verstrikt geraakt in een polonaise van argumenten en meningen. Ik zit er zelf ook zeker tussen.
In 2012 begon ik te experimenteren met mijn zogenaamde 'parels', met epoxy en verf omdat ik verschillende fundamenten uit de (schilder)kunst wilde combineren: schaduw, licht, monochroom en een heel spectrum aan kleuren tezamen. De nieuwe epoxy schilderijen zie ik als iets tussen een uitvergrote amoebe en een tekst- of gedachteballon in. Met de amoebe-serie speel ik met de oneindige mogelijkheden van verandering in vorm en beeld. Eencelligen veranderen voortdurend van vorm. Amoebe betekent ook 'zonder vorm' (a = zonder, moebe = vorm). De schilderijen lijken door de compositie en de glimmende laag epoxy continu in beweging te zijn. Lichtinval, de weerspiegeling van de toeschouwer en de ruimte om het werk heen worden verdraaid en in beweging gezet. Het vergroten ofwel opblazen van het micro-organisme creëert voor mij een interessant speelveld tussen figuratie en abstractie.
Het leidend materiaal in deze tentoonstelling is kunststof, epoxy en polyester. Dit haakt in op de artificiële kwaliteit van het bestaan. Nep en echt zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De glasheldere vernislaag maakt de schilderijen ontzettend plastisch, soms weet ik zelf ook niet of het me nu aantrekt of afstoot. Maar de nepheid is tekenend voor onze tijd, die moet ik vangen. Ik denk dat als Peter-Paul Rubens of Willem de Kooning vandaag de dag hadden geleefd ze ook over al hun werk epoxy hadden gegoten. En het polyester voor de koppen, dat is echt duivels spul, dat zegt alweer genoeg.
Bob Eikelboom, juni 2022