In zijn eerste solotentoonstelling in een Nederlandse galerie in 20 jaar laat Mark Brusse recente schilderijen zien, naast collages en sculpturen uit zijn vroegere oeuvre. Aan museale aandacht geen gebrek, na retrospectieven in zowel Museum Het Valkhof, Nijmegen (2019) als Museum Beelden aan Zee, Den Haag (2021-22 - nog tot 8 mei!) en daarnaast de verwerving door het Parijse museum Centre Pompidou van een groot aantal werken in 2021.
De biografie van Mark Brusse laat zich lezen als een roman, als een aaneenschakeling van reisverhalen, artistieke ontmoetingen en multiculturele invloeden.
Geboren in 1937 in Alkmaar in een artistiek milieu van journalisten, schrijvers en acteurs, groeide de jonge Mark vooral op in het door oorlog geteisterde Nijmegen nadat zijn moeder hertrouwde na het overlijden van zijn vader.
Na de academie in Arnhem verliet de 23-jarige kunstenaar zijn vaderland in 1960, vestigde zich in Parijs en begon zijn artistieke loopbaan en volwassen levensloop.
‘Kunst en het Leven’ zijn voor Brusse een twee-eenheid, niet te scheiden. Deze kunstzinnige levensloop voert hem op talloze reizen rond de globe. Er zijn weinig plaatsen waar hij niet is geweest, op veel plekken staan monumentale beelden van hem en overal heeft hij kunnen werken. Hij doet dat nog altijd tot op de dag van vandaag in zijn Parijse atelier of aan de kust op de uiterste punt van Bretagne.