Graag melden we u de nieuwe tentoonstelling in galerie Transit.
De tentoonstelling gaat gepaard met de publicatie The Other Side over het werk van de kunstenaar, met teksten van Luk Lambrecht en Lies Cuyx.
Ze kan worden gedownload via deze link.
Karel Breugelmans [°1955, Geel] herleidt steeds de werkelijkheid tot vorm, hij geeft alleen de essentie weer. Dit resulteert in abstracte werken die inzoomen op de oervormen. De essentie is de draagstructuur die enkel nog bestaat uit lijnen en vormen van verschillende afmetingen. ‘The Other Side’ krijgt vorm door verschillende geometrische figuren: cirkel, vierkant, vierhoek en achthoek. De achthoek is manifest aanwezig. Het getal acht stelt dan ook symbolisch de overgang naar nieuw begin voor, naar een betere en hogere wereld. [Lies Cuyx]
Het oeuvre van Karel Breugelmans geeft niet toe aan de verlokkingen van de tijd.
Breugelmans is en blijft een architect-kunstenaar die 'het bouwen zonder finaliteit' blijft bedrijven als een voortschrijdende cyclus van beeldende trial & errors met 'vormen' die op het eerste gezicht alluderen op plastisch uitgevoerde (bouw-)technische bevindingen.
Karel Breugelmans maakt tegelijk en alternerend los-staande of hangende sculpturen én heel wat schilderijen die getuigen van beheersing én vaardige kunde. Zijn werk neigt naar de status van modellen en plannen die in de buurt verblijven van (historisch) utopische momenten in de kunst die parallel verliepen met analoog politiek gekruide utopie. Zelf bestempelt de kunstenaar zijn werken als 'denkbeelden van iets dat zou kunnen zijn, zonder intenties de wereld te willen veranderen'. Karel Breugelmans zet met zijn werk de toeschouwer wel eens op het verkeerde been; zijn fantastische schilderijen in onopvallend fraaie, 'administratieve' kleuren die men ook eertijds kon aantreffen op papier voor het afdrukken van architectuur-plannen – vertonen potige constructies die zijdelings doen denken aan utopische steden. Dat dit werk ook 'open' blijft voor dit soort interpretaties ‘siert’ de imaginaire kracht van deze kunstproductie.
De kunstenaar lacht minzaam toe en vertelt helemaal niet over utopische architectuur maar over ‘black holes’ en ‘wormholes' als een netwerk van inspiratie. [Luk Lambrecht]