Galerie Fons Welters presenteert met veel plezier werk van Job Koelewijn en Maria Roosen tijdens Art Island! Beide kunstenaars werken al sinds begin jaren negentig samen met de galerie.
In Koelewijns (1962, NL) werken 'Untitled (Poetry Account)' (allen 2021) schijnen de gedichten van Seamus Heaney, Elisabeth Eybers, Willem Roggeman en Robert Frost je tegemoet. Job Koelewijn is een conceptueel kunstenaar. Hoewel zijn werken uiteenlopende vormen aannemen – variërend van ruimtevullende en site-specific installaties tot foto’s, werken op papier en sculpturen – zijn het in wezen altijd interventies met als doel de ervaring van een plek of moment te intensiveren. Literatuur en tijd vloeien sinds het begin door zijn werk. In 2006 begon Koelewijn met zijn 'Ongoing Reading Project' (2006-ongoing) waarin hij zichzelf bijna maniakaal de taak oplegde om elke dag 45 minuten hardop voor te lezen voor de rest van zijn leven. Toen hij begon met het project dacht Koelewijn aan een manier om de energie op te wekken om te lezen na een dag werken. Hij draaide het om en begon de dag ermee. Lezen als oefening, fris en vol energie beginnen en het gebruiken als oppepper voor de rest van de dag. De oneindige lengte van het project, evenals de ingestelde tijd van 45 minuten (één kant van een cassettebandje) per dag haalt het tijdelijke element weg, waardoor het een deel van het leven wordt, op dezelfde wijze als eten en ademen. Herhaling, een mantra om te leren en de geest te verzadigen met kennis, werd een dagelijkse intellectuele oefening. Untitled (Poetry Account #1-4) kunnen in lijn gezien worden met het 'Ongoing Reading Project'. Poëzie maakt al jaren deel uit van Koelewijns praktijk, die onder meer doorgangen in het Stedelijk Museum omlijstte met door gedichten ingepakte bouillonblokjes en een meer dan 400 pagina’s tellend boek ontwikkelde met vormgever Irma Boom, waarin op iedere pagina hetzelfde stuk van het gedicht ‘The Road Not Taken’ van Robert Frost werd afgedrukt. Op veertien jarige leeftijd begon Koelewijn met het van buiten leren van gedichten. Het verinnerlijken van poëzie is een wezenlijk onderdeel gebleven van zijn kunstenaarschap. De gedichten die hier te zien zijn maken deel uit van een reeks van 21 gedichten die Koelewijn in de afgelopen veertig jaar uit zijn hoofd geleerd heeft. Geregistreerd zijn het aantal zinnen en woorden en de tijd die het kost om het gedicht voor te dragen. Eigenlijk een minimale moeite, om per dag 1 min 18, 42 sec, 1 min 37 of 38 seconden te spenderen aan het opzeggen en daarmee internaliseren van een gedicht.
Job Koelewijn had onder meer solotentoonstellingen bij: Museum De Pont, Tilburg, Nederland; Henry Moore Foundation, Verenigd Koninkrijk; Foksal Galerie, Polen; Kiasma Museum for Contemporary Art, Finland; Chisenhale, Verenigd Koninkrijk; Van Abbemuseum, Nederland. Zijn werk was onderdeel van de 1st Asia Biennial/5th Guangzhou Triennial: Asia Time', Guangdong Museum of Art, Guangzhou, China; 'Everywhere', Busan Biennial, Zuid-Korea; 'Post Natural', Ca'Zenobio, 49th Venice Biennial, Italië; ‘Appertutto’ 48th Venice Biennial, curated by Harald Szeemann, Italië; 'Among Others (curated Bart de Baere)', San Francesco della Vigna, 46th Venice Biennial, Italië. Koelewijns werk is deel van de collecties van onder meer het Stedelijk Museum Amsterdam (NL), MUHKA (BE), Guangdong Museum of Art (CN), S.M.A.K. Gent (BE) en Museum Voorlinden (NL).
Maria Roosen (1957, NL) verkent vormen in glas en aquarel; beide gestolde beweging en drager van een fluïde vorm. Roosen beschrijft haar werken vaak als voorwerpen die bedoeld zijn om gevoelens weer te geven, als vertalingen van emoties die op een directe en tactiele manier communiceren; voorwerpen die gedachtes losmaken over groei, bloei, vruchtbaarheid, liefde en dood. De werken van Maria Roosen ontstaan vanuit dat wat gegeven is – natuurlijk is, zoals de werking van het materiaal, het glas – en wat zij daar als kunstenaar aan toevoegt – het menselijke, de manipulatie, maar ook de verbeelding. Dit samenspel, tussen de elementen van gegevenheid, beïnvloeding en spontaniteit, vindt zijn vorm in de werken van Maria Roosen zodra de glasblazer er zijn adem in blaast. Meisjesachtige pasteltinten, sensueel roze en vleesachtige kleuren; ronde, bollende, vloeiende, zachte vormen. Maria’s werken hebben een zekere verleidingskracht. Zo één die aanvankelijk naïef aan doet, direct communiceert in zijn taal en vormen, maar in zijn onbeschaamdheid, ontwapenend open en gelaagd is, bij tijd en wijle zelfs venijniger dan verwacht. Ze speelt in haar werk met diepgewortelde vooronderstellingen van – en associaties met – het vrouwelijke.
Maria Roosen vertegenwoordigde Nederland, samen met Marijke van Warmerdam en Marlene Dumas, op de Venetië Biennale in 1995. Nam deel aan Sonsbeek 2001: Locus/Focus en de Yokohama Triennale. Solo tentoonstellingen vonden onder meer plaats bij KaDe Amersfoort, Nederland; Museum Singer Laren, Nederland; Stedelijk Museum Schiedam, Nederland; Museum Dhondt-Dhaenens, België; Groninger Museum, Nederland. Haar werk is deel van de collecties van onder meer Museum Boijmans van Beuningen, Rotterdam (NL); Museum Dhondt Dhaenens, Deurle (BE); Museum Arnhem (NL) en Muzee in Oostende (BE)