Aan eigenzinnigheid bieden wij graag onderdak op de Hoogte Kadijk. Eenlingen, einzelgängers en dwarsliggers hebben het vermogen om ons met een andere blik naar de wereld te laten kijken. Onze laatste tentoonstelling was daar een sprekend voorbeeld van. Met groot succes lieten wij u de reikwijdte van het eigenzinnige oeuvre van Lucassen zien. En die lijn trekken we door naar onze nieuwe tentoonstelling met beelden van Joost van den Toorn (1954) en collages van Morgan Betz (1974). We hebben de eenlingen Van den Toorn en Betz verenigd in een duo tentoonstelling om het gevoel van dwarsheid en ongemak te optimaliseren.
De beelden van Joost van den Toorn zijn soms verleidelijk, vaker tegendraads en soms ronduit ongemakkelijk. Hij trekt zich niets aan van de verworvenheden van de beeldhouwkunst. Met schijnbaar plezier worden materialen als brons en aardewerk omgevormd tot onverwachte, grappige of aanstootgevende bouwsels waarbij het materiaal al lang uit zicht is geraakt. Hij ondermijnt maar al te graag wat wordt beschouwd als norm voor beeldhouwkunst. Ver weg blijft Van den Toorn van nietszeggende koffietafeldecoratie maar toch zouden zijn beelden en keramieken niet misstaan op een keurige salontafel. Het zijn conversatiestukken die de goede smaak bevragen, die prikkelen, die je soms toelachen en dan weer uitlachen en technisch perfect zijn uitgevoerd. Zijn oeuvre kent in Nederland geen gelijke. Het maakt zijn positie als tegendraadse, uitdagende en humorvolle beeldhouwer uniek en dat is precies waarom wij hem zo hoog achten. Voor deze tentoonstelling heeft hij een reeks nieuwe spraakmakende beelden gemaakt die tot het beste uit zijn oeuvre gerekend kunnen worden.
De gedrukte en geschilderde constructies op doek van Morgan Betz zijn voorstellingen die op niets lijken wat je ooit eerder gezien zou kunnen hebben. Ze bezitten wel een zwierigheid en helderheid die verraderlijk aangenaam oogt en makkelijk associaties oproept. Echt rauw en ongemakkelijk wordt Betz als hij de collagetechniek toepast. Het zijn de gevonden resten die in het atelier zijn blijven liggen na het maken van zijn doeken. Het zijn de druknegatieven die worden hergebruikt als ruw materiaal. Door het bewust passen en meten zijn deze constructies hoekiger, minder sierlijk en abrupter. Met het toepassen van deze techniek lukt het Betz om weg te blijven bij de stilering die op de loer ligt in zijn schilderijen. Want wat hij vooral niet wil is tot een stijl komen, voor zover je daar aan kan ontkomen. Deze expressieve constellaties, die ook een sterke ruimtelijke component bezitten, bieden hem de toegang tot een gebied ergens tussen schilder- en beeldhouwkunst. Wij tonen zes collages die eenzelfde mentaliteit bezitten als het werk van Van den Toorn.