In de expositie ‘Genius Loci’ kenmerkt de inspiratiebron van elk van de drie kunstenaars overduidelijk de eigenheid van hun werk. En hoe verschillend ze ook zijn qua discipline, ieder van hen probeert de individuele inspiratie naar een universeel niveau te transformeren. Vanuit de eigen achtergrond en via motivatie en verhalen wordt onderzocht en gecreëerd. Is kunst immers niet een ‘constructie’ die waarneming, kennis, herinnering en duiding van de menselijke geest bij elkaar brengt en resoneert in ons bestaan?
Als men zich realiseert dat niets hetzelfde blijft, dan blijkt alles in voortdurende verandering te zijn. Kunst vertegenwoordigt die onderzoekende en creatieve geest. Met het verstrijken van de tijd veranderen de dingen van betekenis. Eigenlijk is het een verademing als we deze beweging aanvaarden, omdat we hiermee het ‘onmogelijke’ de kans geven om er toch te zijn.
Annemarie Slobbe (NL, 1990) creëert haar eigen voorwaarden om te schilderen. Zij hanteert de scratchboard techniek, die veel tijd, geduld en vooral aandacht vergt. Linnen en olieverf vormen de basis, zodat structuur en textuur van de verf goed uitkomen. Zij laat zich door alle tijd en ruimte vrijwillig inpalmen, om in de flow werk te maken.
Slobbe wil de toeschouwer meenemen naar haar universum waar innerlijke stilte heerst. Het meestal donkergetinte werk zuigt je naar binnen, soms door de intensiteit van het materiaal, dan weer door de manier van materiaalbewerking. Tijdens het kijken verlaat je jouw waan van de dag voor een grenzeloze ontspanning.
De objecten van Eva Dijkstra (NL, 1974) doen minimalistisch aan dankzij de geometrische, strak aandoende vormen. Daarin kan men haar professionele grafische praktijk goed herkennen. De kunstwerken zijn niet groot en ogen speels en luchtig maar hebben wel een zekere monumentaliteit in zich. Hun harde kern is van MDF, dat strak wordt bespannen met canvas en beschilderd in een of meer monochrome, heldere kleuren.
Elk werk vindt zijn oorsprong in specifieke data, zoals de ‘World Happiness Index’ of de wereldwijde temperatuurstijging. Dijkstra ontleedt en vertaalt deze cijfers naar nauwkeurig gemaakte diagrammen, die vervolgens in de objecten worden vertaald. Haar titels zijn te lezen als een codering voor de onderliggende informatie. Bijvoorbeeld ‘D19.F1, $ ;-) Japan’ betekent: Diagram 19 Figuur 1, geld-geluk balans in Japan.
We kunnen ook de titel negeren en alleen naar het spannende spel van vorm en kleur kijken. Dan word je vast verleid door de werken, elk afzonderlijk autonoom en aanwezig zonder opdringerigheid. Eenmaal opgemerkt, zul je ze lang op je netvlies houden.
In het fotowerk van Lisanne Hoogerwerf (NL, 1987) zien we eenzame plaatsen, vreemde landschappen of desolate gebeurtenissen. Dankzij de belichting en het kleurgebruik wordt de sfeer verassend genoeg niet onaangenaam. Eerder wekt het de nieuwgierigheid op om te onderzoeken wat je ziet: bijv. op een leeg afgebakend veld een hoog bouwsel met een tentdoek, waar mogelijk net een concertje gaande was dat abrupt is geëindigd, of een feestje waar niemand kwam.
Lisanne Hoogerwerf is afgestudeerd als schilder maar vond na verloop van tijd toch de fotografie meer passend om zich in uit te drukken. Zij maakt eerst maquettes met gebruik van allerlei middelen zoals hout, zand, lijm of papier. Om kleur te geven en sfeer te creëren gebruikt zij verf en krijt. Gevoelsmatig weet zij heel goed hoe een beeld op te bouwen, bijv. door een object dramatisch te positioneren of te contrasteren met de achtergrond. Hoogerwerf gebruikt in haar landschappen spannende composities. En haar kleurencombinaties ogen aantrekkelijk, haast schilderachtig. Zo construeert zij haar taferelen voordat van dat resultaat een foto wordt gemaakt.