Sunken with the crown - Julia Kiryanova
Elk wandkleed van Julia Kiryanova is een spirituele reis, een ritueel, een ceremonie gevuld met transformaties van mythologische figuren, die een onvoorwaardelijke gemoedstoestand verbeelden, waarin de scheidslijn tussen realiteit en fantasie sterk met elkaar verbonden is. Kiryanova’s werk gaat over innerlijke conflicten en externe tegenstellingen
Het vermogen om open te staan voor onze omgeving en daardoor te worden aangeraakt, maakt ons geestelijk leven en innerlijk rijk, maar ook kwetsbaar. Daar waar ons bewustzijn in verbinding staat met ons onderbewuste, is er een potentiele, onverklaarbare kracht; we kunnen boven onszelf uitstijgen, maar ook angstig worden.
Het werk van Julia Kiryanova is geïnspireerd op traditionele schildertechnieken en wandtapijten en door thema’s als spiritualiteit, geslacht, ras en mythologie. De hoofdpersonen van Julia’s werk zijn mythologische dieren; half mens-half dier en geesten.
Ze gebruikt herhaaldelijk ook haar naakte lichaam op basis van gelijkwaardigheid, waarmee ze zichzelf kwetsbaar opstelt. Door naakt te zijn ontdoe je je van alle sociale lagen. Je deconstrueert sociaal gedrag en culturele zekerheden. Wat blijft is de schoonheid van de naaktheid, de essentie van het bestaan.
De aanvankelijke aantrekkingskracht om getufte kleden te maken werd beïnvloed door het zich opnieuw verbinden met en het uitdiepen van Kiryanova’s Slavische wortels. Wandkleden zijn voor haar nauw verwant aan de gewoonte in Slavische landen om tapijten aan de muren te hangen vanwege de warmte-isolatie.
Ze functioneren als een soort baarmoeder die geluid isoleert en warmte doorgeeft en daardoor een gevoel van comfort en veiligheid creëert. De sfeer van je veilig voelen is waar Julia naar streeft.
Ik ben er even niet - C. A. Wertheim
Wie heeft als kind geen verstoppertje gespeeld? Je denkt een perfecte schuilplaats gevonden te hebben achter het gordijn maar je voeten steken er vanonder uit en je wordt al snel ontdekt.
C.A. Wertheim heeft de afgelopen decennia voornamelijk zelfportretten gemaakt in de meest uiteenlopende stijlen met gebruik van zeer diverse materialen.
In het recente werk is haar gezicht verdwenen. Ze is zich als het ware gaan verstoppen, hoewel ze, meer of minder verborgen, toch onmiskenbaar aanwezig is in haar schilderijen van interieurs en ‘portretten’ van planten.
De eerste lockdown, toen iedereen werd aangeraden zo veel mogelijk thuis te werken, was voor haar geen probleem met een atelier aan huis. Integendeel, het werken zonder druk gaf haar de rust zich volledig te concentreren op het ‘klassieke’ schilderen met olieverf en zand en het tekenen met Oost-Indische inkt.
Nu we voor het derde jaar op rij te maken krijgen met restrictieve maatregelen vanwege COVID-19 en het verzet daartegen groeit, is het wel een beetje gedaan met deze relatieve rust.
Door haar bijbaan als postbezorger in het centrum van Amsterdam raakte ze verschillende keren verzeild in demonstraties tegen deze maatregelen. Dat sommige actievoerders vergelijkingen maken met de Tweede Wereldoorlog, ervoer zij als bijzonder stuitend en beangstigend.
Maar ook door het ouder worden en het daarmee gepaard gaande verlies van dierbare mensen uit haar omgeving, heeft het werk een enigszins sombere ondertoon gekregen, al oogt het nog altijd speels en met veel (zelf)relativering. Want wie krijgt niet te maken met verdriet, verlies, vergankelijkheid, onzekerheid en angst?