Op Art Antwerpen presenteert Galerie Fons Welters werk van de Amerikaanse kunstenaar Matthew Monahan (1972). Zijn praktijk wordt in de breedte getoond, met ouder en nieuw werk, sculpturaal werk en werk op papier. Hoewel materiaalgebruik, presentatie en narratief varieert in zijn oeuvre, is de aanwezigheid van het gezicht als onderwerp voor Monahan onuitwisbaar gebleken. Het is de complexiteit van het gezicht die de kunstenaar steeds naar dit onderwerp terugvoert.
We tonen één van Monahans vroege gedubbelde werken, Untitled uit 1999, gemaakt met inkt op dun Japans papier. Boven elkaar zijn twee gezichten te zien. Door de speciale techniek die de kunstenaar gebruikte bij het creëren van de werken zijn de gezichten volledig symmetrisch. Het papier wordt om een geïnkt carbonpapier gevouwen. Wanneer druk wordt uitgeoefend op de rugzijde, drukt de tekening op beide zijden af. Zo ontstaat er een symmetrisch patroon als het papier wordt opengelegd. Voor de bovenste en onderste helft van de tekening uit 1999 is hetzelfde transferblad gebruikt, waardoor ‘de geest’ van de bovenste helft in de onderste helft verschijnt.
In de monumentale, bijna twee meter hoge collages Sister X (2014) en Green Mind (2014) zien we in houtskool getekende gezichten en handen terugkomen op verschillende over elkaar aangebrachte vellen papier. Door de collagetechniek ontstaat er dynamiek in het beeld en lijken de figuren tot leven te komen. De werken tonen een gefragmenteerd klassiek figuur, tegen een geometrische achtergrond. Monahan gebruikt fragmentatie als techniek om het narratief open te breken.
De twee sculpturen die worden getoond zijn terug te leiden naar de beginjaren van Monahans praktijk. Hij bleef zodanig doorwerken aan de koppen op papier dat ze uiteindelijk opbolden en bijna kapotgingen door het vele gummen en weer toevoegen van nieuwe lijnen. Zo ontstonden de eerste sculpturen in zijn oeuvre. Na bijna 20 jaar vond de kunstenaar het perfecte materiaal om deze eerder zeer fragiele werken de energie te laten behouden die ze op papier hadden. Door het gebruik van roestvrij staalfolie dat hij eerst beschildert met olieverf en daarna met de hand vouwt, brengt de kunstenaar het gezicht met plooien en kreuken tot leven. Monahan kiest regelmatig klassieke materialen als Japans papier en brons, maar gebruikt ze op een vernieuwende manier, zoals door staal met olieverf te beschilderen en het te vouwen. Deze spanning tussen het nieuwe en het klassieke in techniek en onderwerp heeft Monahan altijd geïnteresseerd, zowel in de kunstgeschiedenis als in zijn eigen oeuvre.
Naast deze werken tonen we drie nieuwe werken waarin Monahan gebruik heeft gemaakt van materialen die nieuw voor hem zijn. Het zijn koppen en bovenlichamen die als reliëfs zich een weg uit de muur lijken te banen. De koppen zijn vervaardigd uit acryl klei. Door een dunne plastic laag vacuüm te trekken over de vorm van het lichaam en de kop en dat te fixeren ontstaan Pop-achtige beelden, die lijken te vechten tegen het materiaal wat ze beheerst.
Matthew Monahan (woont en werkt in Los Angeles) nam o. a. deel aan de hoofdtentoonstelling van de 55e Venetië Biënnale, Sonsbeek en de Whitney Biennial. Hij heeft solo’s gehad bij onder andere het ICA, Philadelphia; Los Angeles County Museum of Art, Los Angeles en het Stedelijk Museum Amsterdam. Zijn werk is opgenomen in de collecties van onder andere Art Institute of Chicago; Museum Boijmans Van Beuningen; LACMA, Los Angeles; MoCA, Los Angeles, MoMA, New York; Rubell Family Collection, Miami; SFMOMA, San Francisco; Stedelijk Museum Amsterdam; TATE Modern, Londen. Hij nam deel aan De Ateliers, Amsterdam van 1994-1996 en toonde slechts eenmaal eerder werk in België in de groepstentoonstelling Mum’s Tattoo in 1996, in Antwerpen.