Christina Zimpel en Tina Berning hebben elkaar nooit ontmoet. Ze zijn samen aangespoeld in de vloedgolf van algoritmes op sociale media. In stilte observeerden ze jarenlang elkaars werk, de een in New York, de ander in Berlijn, en merkten een sterke verwantschap in expressie en artistieke benadering. Toch lijkt hun vormentaal op het eerste gezicht tegenstrijdig: gedurfd en luidruchtig aan de ene kant, gedetailleerd en rustig aan de andere kant. Beide kunstenaars onderzoeken de afbeelding van het (meestal vrouwelijke) menselijk lichaam en de relatie tussen geconditioneerde esthetiek en vermeende zelfbeschikking.
Geïsoleerd van hun gebruikelijke omgeving, worden de door de twee kunstenaars gevangen figuren voertuigen voor zowel expressie als reflectie, waarbij binnenin genoeg ruimte wordt gelaten om de toeschouwer uit te nodigen tot interpretatie met zijn eigen achtergrond van levenservaringen.
Christina Zimpel en Tina Berning ontwikkelen hun tekeningen in een dagelijkse routine. Eindeloze papieren en doeken worden gevuld, gearchiveerd en gesorteerd, de laden overspoelen, stapelen zich op, totdat er een vonk ontstaat die de warmte onder de oppervlakte aangeeft. Kleine vuurtjes laaien op, de innerlijke vlam breekt door. Het voertuig wordt een vat voor emotie, expressie, intuïtie. Dit proces verloopt niet op een gecontroleerde manier, het is een voortdurend en intuïtief zoeken naar een geconcentreerde, geaccumuleerde en enigszins monumentale waarachtigheid, die af en toe oplaait.
Het zijn deze kleine vuurtjes, die het werk van beide kunstenaars op een verbazingwekkende manier laten samensmelten. Ze lijken in totale en vanzelfsprekende balans, elkaar steunend en versterkend, ondanks hun contrasterende ductus. Het samen tonen van het werk van deze kunstenaars is een les over de relatie van inhoud en vorm en de universaliteit van emoties.
Vuur begint altijd met vonken.