Een radicale installatie van duizend keramisch vervaardigde waterflessen gemodelleerd naar de alomtegenwoordige plastic petfles, een gebruiksvoorwerp dat even futiel als beladen is in een wereld waarin anno 2016 wereldwijd meer dan 663 miljoen mensen geen toegang hebben tot veilig drinkwater. Wilks toont de alledaagse drager voor water de ene keer verfomfaaid, dan weer statig rechtop, en soms manshoog.
De keramiek stroomt over de vloeren van de galerie, overstroomt de ruimte, golft en dript en neemt overal een andere vorm aan. In deze flow ondergaat de fles een transformatie. Het is alsof een massale beweging van individuen door de ruimte schrijdt, elkaar overeind houdend, ondersteunend of zich hier en daar afzonderend om met elkaar in dialoog te gaan. De perceptie op grote schaal is dramatisch en wonderlijk schoon. Zij dwingt ons ook naar de detaillering te kijken.
Elke fles is één voor één handmatig gemaakt in het atelier van de kunstenaar. Elk met eigen glazuur patine en ander craquelé dat een universum openbaart.