Nothing is Something to be Seen, de tweede solo tentoonstelling van Inge Meijer, presenteert werk wat is ontstaan uit verschillende fascinaties die tot leven zijn gebracht in de ruimte van AKINCI. De titel is geïnspireerd door een zin van kunstenaar Walid Raad. Deze zin resoneerde lang na bij Inge Meijer en is gaan leven in de tentoonstelling. Waarom zijn sommige dingen niets en andere iets? Hoe kan je iets dat niets is gaan zien? In Nothing is Something to be Seen zoekt Inge Meijer naar momenten en herinneringen die onzichtbare krachten zichtbaar maken. Zo laat ze in het werk Car Garden (2021) haar eigen auto opgaan in de omgeving door deze te bedekken met zoveel mogelijk planten.
Inge Meijer raakte geïnspireerd door het werk van Duván Antonio Ramírez, een plantenkweker in Medellín, Colombia, die de buitenkant van zijn auto gebruikt om zijn planten te vervoeren. Meijer: “Auto’s zijn zulke functionele objecten, je ziet ze overal en ze nemen veel ruimte in beslag. Sinds ik het werk van Ramirez ken, zie ik overal auto’s bedekt met planten. Dit inspireerde mij en werd het een beginpunt voor nieuw werk”. Ze werkte hiervoor samen met de Groengroep vrijwilligers van ‘de Tropische Kas’ in Friesland, waar ze deze zomer verbleef als artist in residence in kunsthuis SYB.
In haar onderzoek voor Car Garden ontdekte Meijer ook de geschiedenis van ‘de Tropische Kas’, een kas in Beesterzwaag, gebouwd door de adellijke familie Lycklama à Nijeholt. Vijftig jaar lang zorgde Geert Hemminga, de vader van vrijwilliger Sjoukje, voor de planten van deze familie, welke bloeiden door zijn aandacht en zorg. Acht van zijn gebruikte zakdoeken bedrukte Meijer met archieffoto’s van de flora uit de Kas in Handkerchiefs (2021). In de Groene Amsterdammer schreef Roos van der Lint hier over in het recent verschenen artikel Kunst en ecologie: De laatste sanseveria.
De muren van AKINCI zijn behangen met de Plant Collection (2016-ongoing), een behang van archieffoto’s van het Stedelijk Museum Amsterdam - een documentatie van de planten die tussen 1945 en 1983 naast de kunstwerken in het museum stonden. Het werk is momenteel tevens onderdeel van de tentoonstelling ‘A Biography of Daphne’, gecureerd door Mihnea Mircan in het Australian Centre for Contemporary Art in Melbourne. In 2019 publiceerde Inge Meijer in samenwerking met Roma Publications haar spraakmakende boek, The Plant Collection, waarbij ook een speciale editie werd uitgegeven met een stekje van de laatste sanseveria uit de SMA Planten Collectie. De planten werden onderhouden door de heer H.J. van der Ham, die deze speciale ‘collectie’ verzorgde.
In de achterste ruimte van de galerie is de maquette Wrapped Trees (Kanaalweg, Leiden, 2021) te zien. Deze roept associaties op met het werk van Jeanne-Claude en Christo. Ingepakte bomen zijn een vreemde verschijning in het straatbeeld. Het betreft een kafkaëske situatie tussen de aanvraag en de toezegging van een vergunning voor het kappen van de boom, die alleen kan plaatsvinden wanneer er geen vogels in de boom nesten. Het recreëren van deze ‘crime scene’ beidt de mogelijkheid opnieuw naar de ingepakte bomen te kijken.
Inge Meijer (Beverwijk, 1986) studeerde Fine Art aan ArtEZ University of the Arts in Arnhem. In 2017 voltooide ze haar residentie in de Rijksakademie in Amsterdam, waar haar films en installaties grote waardering ontvingen en veel geprezen werden tijdens de Open Studios. In 2019 participeerde ze in het ACC-Rijksakademie Dialogue and Exchange program in Gwangju, Zuid-Korea. Haar werk is tentoongesteld in het Stedelijk Museum Amsterdam, UNSEEN, Museum Arnhem, Asia Culture Centre in Gwangju, Zuid-Korea, en ACCA Melbourne, Australië. Haar publicatie, The Plant Collection, is geselecteerd voor The Best Dutch Book Designs 2019. In 2021 deed zij een artist in residency in Kunsthuis SYB. De residency werd ondersteund door het Mondriaan Fonds en Provincie Friesland.