Koen Taselaar maakt eigenzinnige tekeningen, keramiek en tegenwoordig ook wandtapijten. Deze geweven verhalen zijn duidelijk hedendaags, hoewel ze ook aan de geschiedenis van de tapijtkunst herinneren. Taselaar staat bekend als een tekenaar die letters, voorstellingen en patronen tot duizelingwekkend volle tekeningen vervlecht. Hoe is hij van die tekeningen tot de tapijten gekomen?
Hij vermengt graag handmatige en digitale technieken met elkaar om zijn werk te vernieuwen.
In 2018 kreeg hij van het TextielMuseum Tilburg het verzoek om een bijdrage aan de tentoonstelling ‘Bauhaus & Modern Textiel in Nederland’ te leveren. Aan dit museum is het TextielLab verbonden, waar kunstenaars met de hulp van technici hun ontwerpen in textiel kunnen realiseren.
Taselaar verkende de uitgebreide technische mogelijkheden van het TextielLab om voor een computergestuurde jacquard-weefgetouw te kiezen. Daarna ging hij zich in het ontwerpen voor en weven met zo’n ingewikkelde machine verdiepen, waardoor hij zijn gewoonlijke, speelse werkproces drastisch moest aanpassen. Omdat hij zich echter prima op het grensvlak van kunst en vormgeving thuis voelt, beviel deze opdracht hem wel.
Tegen de tijd dat het bijna negen meter lange Bauhaus-tapijt van het weefgetouw rolde, had hij de smaak te pakken. Nu wilde hij ook tapijten maken die een direct verband met zijn overige werk hadden; een voornemen dat tot nu toe zestien wandtapijten heeft opgeleverd. Vier nieuwe kleden daarvan zijn te zien in Rollable Ramblings bij Cokkie Snoei.
HOW TO HAVE YOUR PIECHART AND EAT IT TOO 2021, 270 cm x 170 cm
Deze omheinde tuin lijkt nog het meest op een millefleurs tapijt uit de middeleeuwen, maar het is een moderne samenleving met een levensgroot dilemma. Onlangs is hier namelijk een mysterieus object opgedoken en nu tjilpt, snatert en kleppert iedereen door elkaar.
Midden in de tuin, op de bovenste verdieping van het zeshoekige gebouwtje, zijn drie fantasievogels aan het discussiëren. Hun ‘onderwerp’, een veelkleurige taart met brandende kaarsjes erop, wordt op de onderste verdieping door drie andere fantasievogels bewaakt. Maar is dit wel een echte taart? De titel heeft het over een taartdiagram, misschien wel een statistische weergave van de verdeeldheid onder vogels.
THE TIPLESS ICEBERG 2021, 260 cm x 165 cm
Een ijsberg als een kristal met vele facetten is in het water verzonken. Hij rust nu op de zeebodem tussen helder gekleurde waterplanten en zeedieren. Verschillende soorten vissen zwemmen er rond, naast zeeslangen en fantasie-zeesterren.
Het is een vredige wereld, waarin de ijsberg is ondergedoken en dat is niet voor niets. Hier kan niemand van hem zeggen dat hij slechts de top van een ijsberg is, dus dat onder die top die uit het water steekt, nog veel verborgen gevaar en ellende schuilgaat, zoals bij een echte ijsberg. Daar moet je altijd op je hoede voor zijn, om niet tegen het onzichtbare stuk ijs te pletter te varen. Stilgezet in het weefsel van dit wandtapijt, zal dit grote ijskristal zijn facetten en verfijnde kleuren behouden en naar Utopia blijven verwijzen, waar het in de fantasie goed toeven is.
ALL NEEDLES NO HAY 2021, 260 cm x 165 cm
Deze compositie van enigszins onregelmatige, geometrische vormen doet aan de vroege abstracte werken van Wassilyi Kandinsky denken. Daarin gebruikte de schilder bijna herkenbare elementen om beschouwers het schilderij in te loodsen en paste hij vorm- en kleurritmes toe om bewegingen en klanken te suggereren. Iets dergelijks gebeurt ook in dit wandtapijt.
Venijnige staken met vele stekels groeien over de oppervlakte van dit tapijt. Ze doorboren elkaar en vormen een onregelmatig raster, waarin gekleurde bollen op en neer lijken te dansen. Soms balanceren ze op de stekels, maar ze worden ook regelmatig opgespiest. Als de stekels te dichtbij komen, kunnen de bollen gebruik maken van hun afweermechanismen. Ze smelten dan tot amoeben samen of openen zich als bloemknoppen om de stekels in te sluiten.
THE NEVER-ENDING QUESTION OF WHAT CAME BEFORE THE CATHOUSE OR THE ARCHITECT 2021, 240 cm x 360 cm
Op het enorme, geelgroen betegelde plein kun je naar heerlijke luchtjes snuffelen en in postmoderne kattenhuizen schuilen. Er zijn trappen om lekker op en af te rennen en ook hoge uitkijkposten om het
terrein te overzien. De avant-gardekat beklimt de ‘oneindige zuil’van Brancusi en de klassieke kat zal voor een gecanneleerde zuil kiezen.
Het werk van de architect Aldo Rossi bood de inspiratie voor deze uitgestrekte, ‘yellow brick’ stad. Maar het was de huiskat, Makreel genoemd, die aanleiding gaf voor deze zonnige wereld in de vorm van een wandtapijt.
Naast de kleden worden we in de tentoonstelling Rollable Ramblings ook nog eens op een aantal tekeningen getrakteerd, die als uitgangspunt dienden voor Taselaars tapijten.
Met dank aan Katalin Herzog voor de tekstfragmenten die uit het binnenkort te verschijnen boek Rollable Ramblings stammen.