De manier waarop we wonen, is de manier waarop we zijn. Waar we wonen is geen objectieve, onbevooroordeelde ruimte; integendeel, de ruimte is geconstrueerd en ontworpen op manieren die, bewust of onbewust, specifieke biopolitieke systemen van gender en seksualiteit gehoorzamen. Welke constructies van het zelf ontstaan in betwiste ruimtes, en welke machtsverhoudingen worden tot stand gebracht tussen ons lichaam en onze huishoudelijke voorwerpen? In de eerste solotentoonstelling van de kunstenaar in Nederland transformeert Laëtitia Badaut Haussmann Ellen de Bruijne Projects in een ruimte van huiselijke speculatie, van feministisch onderzoek en emancipatie, van filmisch eerbetoon en architectonische sublimatie.
Voor Laëtitia Badaut Haussmann staat cinema gelijk aan architectuur en vice versa. In As if a house… gaat de kunstenares in op de verbanden tussen vrouwelijke hoofdrolspelers en huiselijke architectuur in de cinema, vertrekkend vanuit haar interesse in twee films: Maîtresse van Barbet Schroeder (1976) en Safe van Todd Haynes (1995). In het eerste woont Ariane (Bulle Ogier) in een split-level appartement in Parijs: boven, een doorsnee appartement met een stijlvolle Parijse inrichting; onder, een BDSM-kerker waar ze werkt als dominatrix; In het tweede voorbeeld voegt Carol (Julianne Moore), die lijdt aan een mysterieuze ziekte veroorzaakt door haar omgeving, zich bij een griezelige new-age woestijngemeenschap samen met mensen met milieu ziekten.
Op basis van het onderzoek van de kunstenaar naar huiselijkheid, interieurdesign en speculatieve feministische architectuur, wordt de galerieruimte omgetoverd tot een geïnstalleerde omgeving waarin kan worden nagedacht over hoe huiselijke ruimte kan worden opgevat als een feministisch instrument.
Materialen spelen een zeer belangrijke rol in de installatie van Badaut Haussmann. Van de sensualiteit en weelde van leer tot de knapperigheid van het donkere marmer met harde randen, van de kilte van metaal tot de ruwheid en dikte van tapijt. Al deze elementen - verwijzingen naar bovengenoemde films - vormen een tegengewicht voor elkaar in een zorgvuldig bestudeerde omgeving waarin kan worden nagedacht over de dualismen isolement en gehechtheid, gevaar en veiligheid, controle en vrijheid, macht en onderwerping, die alles met elkaar verweven zijn met de vraag naar vertrouwen. Bij binnenkomst worden we uitgenodigd in een even filmische als architecturale ervaring met een reeks geluids-, beeldhouw-, muur-, foto- en filmwerken die tegelijkertijd het heteronormatieve ruimteontwerp proberen te ontwrichten en feministische verblijfplaatsen proberen te ontrafelen. In tegenstelling tot een verheven, groots gebaar van scenisch ontwerp, worden we ondergedompeld in een kinesthetische ambiance die een engagement met onze zintuigen aanmoedigt.
Laëtitia Badaut Haussmann (Frankrijk, 1980) bezit een veelzijdige praktijk die voortkomt uit intersectioneel onderzoek naar huiselijkheid, psychologie en feminisme en expertise op het gebied van film, literatuur, architectuur en design. Ze exposeerde onder meer in Centre Pompidou, Musée d'Art Modern de Paris, Palais de Tokyo, MACRO (Rome), Mudam (Luxemburg-stad) en A Tale of a Tub (Rotterdam), en ook in de Verenigde Staten, Japan en Australië. Ze woont en werkt momenteel in Parijs.
Laëtitia Badaut Haussmann | As if a house should be conceived for the pleasure of the eye, she says, is een samenwerking met Galerie Allen (Parijs) en is mogelijk is gemaakt met de steun van Centre national des arts plastiques (Nationaal Centrum voor Beeldende Kunst), Frankrijk.