In 2019 maakte kunstenaar Mai van Oers (1953) deel uit van de jury van de Special Award, een vierjaarlijkse prijs voor Outsider Art. Mai heeft een grote liefde voor deze kunstenaars, die buiten de gebaande paden van de kunstwereld hun werk maken. Ze verbaasde zich over hoe de wereld van de “reguliere kunst” en die van Outsider kunst gescheiden blijven. Samen met Galerie Fleur & Wouter ontstond zo het idee haar werk tentoon te stellen met haar favoriete deelnemers van de Special Award. Voor Galerie Fleur & Wouter is de tentoonstelling een manier om deze bijzondere kunst aan hun jonge doelgroep te introduceren.
“Het is de grote impact op de kijker die deze kunst zo goed maakt. Evenals in de muziek loopt er een directe lijn naar het hart, de emotie en de ontroering van de toeschouwer.”
Mai van Oers
In de tentoonstelling is een combinatie van media te zien. Heinze van Dijken (1987) toont totems, die hij maakt uit rolletjes klei. Hij zoekt als voorbeeld een plaatje dat hij spannend vindt - van vrouwen en meisjes of mensen met opvallende kleren of make-up zoals clowns en stripfiguren. In de galerie zijn totems te zien, zoals de Suske-en-Wiske-Totem en de rakettotem - die eigenlijk een vliegtuig is, maar omdat het een totem moest worden toch weer meer een raket werd. Ook Jan Benecke (1990) werkt met keramiek, en creëert hiermee fantasievolle, vaak fragiele constructies geïnspireerd op dieren en menselijke figuren. Zijn beelden komen schetsmatig tot stand en zijn onweerstaanbaar in hun eenvoud. Op een bijzondere manier gebruikt hij glazuur op sommige delen van zijn sculpturen waar deze het meeste effect heeft.
De textiele beelden van Maurits Sterkenburg (1987) begonnen ooit met een draadje dat hij in zijn zak vond. Hij speelde ermee en door de knopen ontstond er een wezentje. Tegenwoordig maakt hij grote werken geïnspireerd op dieren in een grote hoeveelheid kleuren en technieken. Hij noemt ze kolozaiëken: kolossen gekleurd als in een mozaïek
Thomas Verlaek (1990) won de Special Award met tekeningen die hij uitknipt en op elkaar plakt. Zo ontstaan collages met een grote dieptewerking. Het zijn zelfbedachte scènes uit films met veel actie en geweld. Ze geven de kijker een claustrofobisch gevoel, alsof je er zelf onderdeel van uitmaakt en geen kant op kunt. Deze werken vormen een mooi contrast met de gevoelige en poëtische tekeningen van Ab Stiva (1953), die een enorme rust uitstralen. Hij plaatst planten en dieren zorgvuldig naast elkaar op het papier.
Bea Schonewille (1959) maakt wandkleden met de bijzondere techniek van de mola, waarbij uit textiel organische vormen worden geknipt en omgezoomd. Door haar handicap ligt Bea vrijwel altijd. In de auto ziet ze alleen lucht, boomtoppen en hoogspanningsmasten. Deze masten en hun bijzondere lijnenspel zijn haar inspiratiebron.
Het oeuvre van Mai van Oers bestaat uit tekeningen en schilderijen, op zich geen bijzondere combinatie, tot je de werken ziet. Het zijn twee totaal verschillende werelden, de bijna abstracte schilderijen en de vaak zeer realistische tekeningen. Wat ze gemeen hebben is de landschappelijkheid en de perfecte beheersing van de techniek. Haar schilderijen zijn werelden op zichzelf - tegelijkertijd herkenbaar en vervreemdend. Ze balanceren op een dunne scheidslijn tussen figuratie en abstractie. Hierbij gebruikt Mai een grote hoeveelheid aan schildertechnieken. Haar tekeningen zijn werelden waarin bekende elementen samen een vervreemdend beeld vormen. Kathedralen, tombes, sprookjesfiguren en dieren leven in omgevingen vol structuren, die soms te herleiden zijn tot de werkelijkheid en soms hun eigen logica volgen.