De tentoonstelling ‘Iets dat al gedaan is in de jaren zestig’ met Idris Sevenans op touw zetten, heeft mij geleerd dat een galerie op zich ook een vertrouwde drager is waardoor kunst makkelijker kan gelezen worden.
De galerie als conventie met een eigen taal en de ruimte als ‘drager van de drager’. Een objet trouvé wordt maar gezien als kunstwerk wanneer het geplaatst wordt in een omgeving herkend om kunst te tonen.
De werken van Idris Sevenans waren wel al eerder te zien, maar werden toen nog gecamoufleerd door hun omgeving en niet altijd ‘gelezen’ als kunstwerken.
Het schoolbord opgehangen in de Academie om dienst te doen als scorebord tijdens de handboogschietwedstrijd tussen team Werner en team Fred had een duidelijke functie en werd op het moment van de actie niet gezien als ‘kunstwerk’. Het is pas na de feiten, wanneer het als een ‘artefact’ wordt opgevoerd in een conventionele galerieruimte dat het alsdusdanig wordt (h)erkend.
Het had een complete persiflage kunnen worden op het concept ‘tentoonstellen in een galerie’, maar dat werd het gelukkig niet. Daarvoor zijn de verwijzingen te subtiel en te impliciet. Het is voer voor fijnproevers geworden. Critici werden op voorhand subtiel getackeld door de titel, want natuurlijk is ‘alles al eens gedaan in de jaren zestig’ en de opmerking dat het niet bijster origineel zou zijn, is daarmee alvast van de ronde kaarttafel geveegd. Je zintuigen worden op scherp gezet en je wordt geprikkeld om met een gezonde dosis humor op zoek te gaan naar verborgen referenties aan kunst uit de jaren zestig.
Idris Sevenans weet feilloos zijn eigen leven met zijn kunstpraktijk te verweven: ‘Leraar worden, net als Idris’ wordt een performance van drie jaar waarbij we de kunstenaar volgen bij zijn opleiding tot leerkracht. Niet te verwarren, of misschien juist wel, met het fake docentschap aan de verzonnen AARS hogeschool als immer uitdijende performance.
Als je niet direct ziet wat het kunstwerk is, ben je misschien zelf, al dan niet gewenst, deel van het kunstwerk. Net zoals we intussen weten dat de big tech bedrijven ons niet laten betalen voor hun diensten omdat wij zelf het product zijn, hoef je Het Ongewenst Reclamebureau (HOR) ook niet te betalen voor haar diensten. En daarbij: ‘ongewenste reclame is onbetaalbaar!’
We gaan stoppen met lezen en beginnen met kijken!