Beeld: Kasper Akhøj and Tamar Guimaraes, Captain Gervasio’s Family (Venice), 2012. 16mm film, 14 min, stil.
Ellen de Bruijne PROJECTS presenteert met trots de tentoonstelling The Documentary. Resistance and Critical Tendencies in Art. Deze groepstentoonstelling richt zich op het gebruik van de documentaire in de kunst als een vorm van verzet; als een manier om alternatieve gemeenschappen te tonen of te vormen. De kracht van de documentaire en zijn kritisch potentieel vloeit voort uit zijn vermogen om onbekende of ongeziene gebeurtenissen te onthullen. Als zodanig kan de documentaire een vorm van weerstand of onderstroom worden. Het kan de manier waarop gebeurtenissen vroeger werden afgebeeld, verdraaien als kritiek, of het kan een andere, alternatieve manier zijn om naar die gebeurtenissen te kijken, soms door ze alleen maar te verschuiven of te verplaatsen.
Het werk gepresenteerd in The Documentary, is gemaakt rond bestaande documenten, foto's, liedjes, literatuur en volksverhalen. Ze worden door de kunstenaars opgenomen om betekenis en kritische content te distilleren. Bij hun keuze voor bestaande 'feiten' of documenten houden alle kunstenaars zich bezig met historische of politieke debatten, zonder expliciet politiek te worden.
Captain Gervasio's Family (Venetië) (2012) van Kasper Akhøj en Tamar Guimaraes is een stil zwart-wit portret van een Spiritistische gemeenschap in Palmelo, een klein stadje in het binnenland van Brazilië. Het is een stad met 2000 inwoners, van wie de helft psychische mediums zijn. De film verwijst naar een kaart getekend door een Spiritistische vrouw in Palmelo, die twintig astrale steden in kaart brengt die zweven boven het hele Braziliaanse grondgebied. Steden zoals die op aarde, maar oneindig veel meer perfect '. Deze astrale steden zijn een prachtige visie op moderniteit en een utopie van voortdurende vooruitgang en verstedelijking. Met hun kwaliteiten als medium toont de gemeenschap in Palmelo projecties van een stad die nog moet komen; het toont een alternatieve manier om de stad voor te stellen.
In zijn gepresenteerde werk gebruikt Otto Berchem archieffoto's van internationale opstanden en protesten waarin zijn kleurenalfabet is verwerkt. Geïnspireerd door de geschriften van Jorge Adoum en de medische toestand van de synesthesie, ontwikkelde Berchem zijn eigen alfabet van aangewezen kleuren. Dit resulteert in een reeks werkbesprekingen van iconische beelden en het creëren van zijn eigen archief door strategisch bestaande betekenissen en slogans te verwijderen en te vervangen door zijn interpretatie van de werkelijkheid.
De gescripte performance The artist without works (2009) van Dora García zal worden getoond, bestaande uit een geschreven performancescript van Dora Garcia, een afbeelding en krantenknipsels. De performance zelf bestond uit een rondleiding in het tijdelijke beeldenpark tijdens Art Forum Berlin in 2009, en gaat over de kunstenaar die weigert iets te produceren. De gids spreekt over deze artiest, maar informeert de bezoekers nergens over. Het publiek staat met lege handen omdat alle materialiteit uit de situatie lijkt te zijn geëvacueerd. Wat is het oordeel van de menigte, wordt de kunstenaar serieus genomen nadat hij niet heeft geleverd wat het publiek van hem verwacht: een product? Of is de meerderheid aan de macht, en is er geen ruimte meer over voor de geest van de kunstenaar, die als een outcast wordt beschouwd, als de ontoereikende.
Starhawk! de musical (2004) van Maria Pask, is een musical gerealiseerd met kunstacademiestudenten rond de thema's van spiritueel en politiek activisme. Geïnteresseerd in alternatieve concepten van levensstijl en gemeenschapsorganisatie, kiest Pask ervoor om zich te concentreren op de bestaande persoonlijkheid van Starhawk. Starhawk is een ecotopische en feministische activist gevestigd in San Francisco. De musical evolueert in feite door een reeks workshops die Pask ontwikkelt met studenten die zich hebben aangemeld om deel te nemen door de advertenties te beantwoorden die ze verspreidde rond de academie op zoek naar de cast ("GEZOCHT! Enthousiaste student om een muzikale score te ontwikkelen voor een kunstproject."). In vier acts - 'Beginning', 'Direction', 'Teaching' en 'Witness' - en een aantal scènes staan de studenten vrij om het script opnieuw te interpreteren en te improviseren op basis van hun eigen interesses, kennis, ervaringen, fantasieën en artistieke overtuigingen. Er is geen onderscheid tussen de repetities en performances zelf: de camera is het publiek dat permanent aanwezig is en alle fasen van de ontwikkeling registreert.
In haar werk The Internationale (2000) haalt Susan Philipsz het nummer "The Internationale" uit zijn tijd en context, door haar eigen stem te gebruiken. Ze mixt het nummer in een andere ruimte, bijvoorbeeld tijdens de 3e Manifesta in Ljublijana. In deze voormalige communistische staat heeft het lied een andere betekenis dan in Berlijn, Amsterdam of Parijs. Het genereert reflecties op onze wederzijdse historische achtergrond en ons gemeenschappelijke geheugen. Ditmaal de tentoonstellingsruimte van Ellen de Bruijne PROJECTS. "The Internationale" (Frans: "L'Internationale") is een wijd gezongen linkse hymne. Het is een van de meest herkenbare en populaire liederen van de socialistische beweging sinds het einde van de 19e eeuw, toen de Second International (nu de Socialistische Internationale) het als het officiële volkslied aannam. De titel komt voort uit de "First International", een alliantie van socialistische partijen gevormd door Marx en Engels, die in 1864 een congres hielden.