Met hun kunstmatige verlichting steken terraria met reptielen en kassen met planten af tegen een donkere of zwart-witte omgeving. Het zijn microklimaten, waarin de mens een stukje natuur opsluit en koestert. ‘Onze drang om de natuur te beheersen en in huis te halen, intrigeert me,’ zegt Tom Liekens (Bonheiden, België 1977). ‘Een neiging die ook mij niet vreemd is.’ Als kind had hij al een terrarium en inmiddels houdt zijn woonkamer het midden tussen een reptile room en een eigentijdse Wunderkammer.
Het nabootsen en daarmee gelijktijdig ontkennen van de natuur komt voort uit nieuwsgierigheid en fascinatie. Maar tegelijkertijd is het een vertoon van dominantie. ‘Onze verhouding tot andere dieren is verstoord. We schieten wolven uit de bossen en nemen een hond. We zijn op zoek naar een wilde natuur, maar etaleren die het liefst achter tralies in een dierentuin.’
Niet alleen in zijn voorstellingen, maar ook in werkwijze speelt Tom graag met het conflict tussen cultuur en natuur. Bladeren van planten worden ingeïnkt en met een etspers op dun Japans papier afgedrukt, om vervolgens als collage op doek te worden geplaatst. Daar transformeren takken tot bomen en levert de afdruk van een houten plank een landschap op, waarin hij zijn houtsneden van dino’s en reuzenapen plakt. De grote formaten zijn ongebruikelijk voor drukwerk. ‘De plant bepaalt de schaal,’ aldus Tom. ‘Grafiek is bedoeld om te vermeerderen, maar ik gebruik het om tot een uniek beeld te komen. Een plant is een monotype; die laat zich maar één keer afdrukken.’ Ook daar, in een artificieel opgebouwde natuur op doek, toont zich indirect de kwetsbaarheid van het originele materiaal.