Preview 13 januari 2021 by appointment from 16 - 20u
Vernissage 14 januari 2021 from 18 -21u
Borger 23 januari 2021 from 18 -22u
Finissage 13 februari 2021 from 14 -18u
‘Disorder (REPEAT)’ brengt werk van vijf kunstenaars samen in een groepstentoonstelling rond wanorde als kenmerk van de creatieve geest. Kunstwerken als het eindresultaat van een proces in een ongeorganiseerde omgeving waarbij de geest bevrijd wordt van gewoontes, en zo nieuwe antwoorden proberen te formuleren op de uitdagingen gevormd door onze werkelijkheid. Herhaling als principe om orde te creëren uit chaos, rechtstreeks of onrechtstreeks. Niet steeds herkenbaar voor de toeschouwer, maar steeds doelbewust en uniek voor elke kunstenaar.
Bij de één een geabstraheerd corpus van lijnen, punten en ponsgaten, bij de ander een methodisch gebruik van het alfabet als ordenend principe van de taal. Of nog: subtiele variaties op patronen in marmer en glas, onderscheiden door de verwerking van omgevingselementen; steeds weerkerende tekstfragmenten doorstreept en doorspekt met historische referenties; een conceptuele praktijk die de grenzen vervaagt tussen mens en natuurlijke omgeving.
Door het samenbrengen van op het eerste zicht discrete praktijken van onderscheiden kunstenaars onthullen de gepresenteerde werken zich bij uitstek als een wervelwind van ideeën, waarin chaos bewust toegelaten wordt als mechanisme om beslissingen en vernieuwingen zich herhalend, organisch te laten voortplanten.
Izabel Angerer
De Antwerpse kunstenaar Izabel Angerer (°1969, Innsbruck) verkent delicate en poëtische composities in tekeningen die lijken op abstracte ruimtes. Haar werken op papier zijn gegrond in herhaling, verbeeld als 'lange wandelingen zonder vooropgezet doel' waarbij elke genomen stap tot een ander resultaat leidt dan de som van deze stappen. Kleine puntjes, lijntjes of ponsgaten zijn gelijkaardig en toch onderscheidend in vorm en kleur, in de nabijheid geplaatst en vormen zo een vibrerende eenheid. Op het eerste gezicht suggereert het resultaat een stilstaand beeld te zijn, maar het boeiende van de blik onthult een dynamische en luidruchtige trilling. De werken ontstaan in het conflict van het verlangen naar stilte, eenzaamheid en de drang tot interactie met anderen. Ze zijn op zoek naar een uitwisseling, ontstaan om de aandacht te trekken en daarmee de zintuigen te versterken.
Werner Mannaers
Het oeuvre van Werner Mannaers (°1954 Schoten) ontwikkelt zich sinds de jaren 1980 en laat zich lezen als een uiterst persoonlijk picturaal onderzoek. Zijn improviserende werkwijze laat ruimte voor speelse associaties van motieven, tekens en taal. Mannaers verhult het vallen en opstaan tijdens het creatieproces niet. Het maakt integendeel wezenlijk deel uit van zijn esthetiek. In zijn tekeningen uit zich dat in het bewust laten staan van doorgestreepte tekstfragmenten. Zijn schilderkunst doorspekt Mannaers met uiteenlopende kunsthistorische referenties, die hij vervolgens linkt aan filosofische citaten of elementen uit de populaire cultuur. Door deze techniek van ‘sampling’ ontstaat een gelaagde context die de kunstenaar toelaat om de vaak existentiële thematiek te verzachten met ironie en zelfspot. (Tekst door SMAK)
Anneke Eussen
Het uitgebreide oeuvre van Anneke Eussen (°1978, Vaals) beweegt zich tussen architectonische installaties, objecten en tekeningen. Ze is gefascineerd door de veranderende waarde en aard van wat ons omringt en zet gevonden objecten en materialen om in nieuwe composities. Eussen verkent de veranderende definities van schoonheid en de fijne balans tussen observatie en oordeel. De kracht van het artistieke proces ligt volgens haar in de overgang van materialen. De transitie leidt tot nieuwe gezichtspunten en inspireert zo vooruitgang. Eussen presenteert een serie glaswerken van ramen uit bouw- en legervoertuigen die meer dan 60 jaar zijn bewaard, soms in combinatie met nieuw glas. Ze verwerkte de sporen van vocht, regen, stof en roest als unieke signatuur in elk afzonderlijk oppervlak, waardoor composities ontstaan waarin de tijd van essentieel belang is. Met een minimale selectie van acties brengt Eussen een spanning tussen materialen, tussen gecontroleerde en ongecontroleerde actie. Door de herbestemming van de materialen wordt de betekenis ervan herschikt, waardoor er verschillende perspectieven op het bestaan ontstaan.
Guy Rombouts
Sinds het begin van de jaren tachtig vervaagt Guy Rombouts (°1949, Geel) de bestaande grenzen tussen woorden en objecten consequent. Het idee om objecten voor zichzelf te laten spreken is zowel een gedrevenheid als een utopische horizon achter zijn artistieke praktijk. Het resultaat is een oeuvre dat zowel eigenzinnig, poëtisch als conceptueel is. Het eigenzinnige gedachtegoed van de kunstenaar is een soort kunstproducerende machine geworden: zijn 'concepten' zorgen ervoor dat zijn werken min of meer automatisch tot stand komen. Het resultaat is nooit egoïstisch, maar steevast bijzonder en tactiel. Rombouts' werk - hij is de zoon van een drukker en opgeleid tot typograaf - is geworteld in een fascinatie voor de vormen en materiaal waaruit taal opgetrokken is. In zijn praktijk lijkt de kunstenaar een opmerking te maken over hoe de vlakheid van letters en woorden een realiteit kan creëren en die realiteit onbestaand kan maken zonder de woorden, in lijn met wat het "linguïstische relativiteitsprincipe" suggereert.
Joke Raes
De beeldtaal van Joke Raes (°1983, Brugge) is herkenbaar door de aandacht voor biomorfe fluïditeit en detaillering. Artistiek onderzoek ontspringt vanuit de nieuwsgierigheid naar de band tussen mens en natuur. Deze fascinatie vertaalt zich in tekeningen, aquarellen, keramiek, performances en sculpturen. Vaak stuurt het concept het medium, dat gerealiseerd wordt in een grote diversiteit aan technieken, materialen en arbeidsintensiviteit. Raes gaat daarbij steeds op zoek naar de limieten en tactiele mogelijkheden van deze materialen. Inhoudelijk vertaalt dit zich een spanningsveld tussen binnen en buiten, verhulling en onthulling, en fragiliteit van de mens in verhouding met de natuur en ruimte. Met haar eclectische, tactiele materiaalgebruik vervaagt voor onze ogen het onderscheid tussen natuur en cultuur. In wezen heffen de begrippen elkaar op: in Raes’ werk verdwijnt de mens in de natuur; tegelijkertijd verdwijnt de natuur door toedoen van de mens.