Vaak creëert Paul Pretzer in zijn olieverfschilderijen een veelvoud aan vreemde hybride wezens en schimmen, die hij overlaadt met attributen, ontleend aan de wereld van consumptiegoederen of volledig uitgevonden, waarbij vaak een duidelijke interpretatie mist. De scènes roepen herinneringen op aan invloedrijke verhalen over de ‘Suppenkasper’ uit het Duitse kinderboek Struwwelpeter of de vrome Helene van Wilhelm Busch. Kleine gevallen van onzorgvuldigheid kunnen tot vreselijke gevolgen leiden. Maar in de beelden van Pretzer worden we niet geconfronteerd met duistere disciplinaire maatregelen, maar eerder met zwarte humor. Het absurde, pech, grote ongeluk en de mislukking van grote en kleine projecten gebeuren gewoon. Op zijn beelden zijn er geen duidelijk identificeerbare aanstichters van lot of oneerlijkheid. Het enige dat de kunstenaar zijn protagonisten op hun Sisyphus-pad geeft, is empathie, wat er voor zorgt dat zijn verloren schepselen die steun zoeken in geritualiseerde poses volledig bij ons kunnen komen. Daders of schurken lijken evenveel te lijden onder de gevolgen van de misdaad als het ogenschijnlijk identificeerbare slachtoffer.
Paul Pretzer maakt handig gebruik van zijn talent voor compositie, vorm en licht. Wie voor het eerst naar zijn schilderijen kijkt, komt in de verleiding terug te vallen op de prettige troost van een ogenschijnlijk laagdrempelig schilderij van figuratieve zekerheden. Maar pas op, we zijn al gepakt, net als de figuren van Pretzer. En ons medeleven met de wezens die worstelen met de absurditeit van het leven, wordt al snel zelfmedelijden. Pretzer plaatst zich zelfverzekerd in de traditie van paneelschilderijen. Hij maakt gebruik van de beste, citeert ze vakkundig en stelt met de introductie van tragikomedie, de groteske en slapstick op een zeer eigentijdse manier de conventies van ernst in de behandeling van kunst in vraag. Dit vermogen kan een van de redenen zijn waarom Pretzers werk al veel aandacht heeft gekregen van de nationale en internationale kunst- en verzamelaarsscene.
Paul Pretzer (EST, 1981) woont en werkt in Berlijn en Barcelona. Hij studeerde ‘Fine Arts’ aan de academie van Kiel en Dresden. In 2009 was hij de winaar van de prijs ‘Robert Sterl Preis der Sammelstiftung des Bezirkes Dresden’. Hij deed verschillende residenties bij Bemis, Center for Contemporary Arts, Omaha (USA), Espronceda Center for Art and Culture, Barcelona (ES), Tartuensis, Tartu (EST). Recente solo tentoonstellingen zijn onder andere; “I can see clearly now”, Uxval Gochez Gallery, Barcelona (ES), “Bluter, Brüter, Blende”, Marc Straus Gallery, New York (USA), “A Pint of Passion”, Galerie, FELDBUSCHWIESNERRUDOLPH, Berlin (DE), “GLOW”, Garden oft the Zodiac Gallery, Omaha (USA).