In de loop van de tijd zijn de schilderijen van Antonietta Peeters steeds beweeglijker geworden. Ze herinneren aan een diaspora, waarbij de diverse werken door de ruimte lijken te migreren. Ieder afzonderlijk werk toont zijn eigen variatie van dynamiek, ritme en resonantie. Om deze essentie van beweging binnen en tussen de werken gaande te houden, vragen zij om een vrije plaatsing in de ruimte. Sommigen van hen bevinden zich nog wel aan de wand, waardoor zij zich met hun status frontaal in het blikveld presenteren. Andere werken komen los van de wand en verspreiden zich aan de randen van het blikveld. De meest mobiele werken bevinden zich op tafels, waar vandaan zij het perspectief kantelen en uitnodigen tot een multi-dimensionale beschouwing van bovenaf en zijdelings. Deze kleinere werken lijken de grenzen tussen kunstwerk en gebruiksobject te overschrijden. Ze openen nieuwe mentale ruimtes en bewegen zo met de beschouwer mee de wijde wereld in.