MARC ROSSIGNOL: ENTRE-DEUX
“Ik schilder op de vloer met 2 handen en 2 borstels met lange steel. Ik zet de borstels in 2 tegenoverliggende punten, het is tussen deze 2 punten, die ik “bron” noem, dat alles gebeurt, vandaar de titel “Entre – deux” (tussen twee) de titel van de tentoonstelling bij Annie Gentils.”
De artistieke praktijk van Marc Rossignol ( Namur, 1954, woont en werkt in Brussel) is rijk en gevarieerd: zoals de legendarische kunsthistoricus-verzamelaar Aby Warburg heeft Rossignol een encyclopedische interesse in de diverse culturen van de wereld. En, net als Warburg, ontwaart hij kruispunten of knopen tussen culturen, die hij in zijn praktijk orkestreert en uitvergroot in diverse vormen: schilderkunst, tekenen, collage, sculptuur of performance.
Rossignols benadering resoneert sterk met het werk van de dichter, criticus en filosoof, Edouard Glissant (b.1928, Sainte-Marie, d. 2011, Paris), en diens wereldbeeld van een poëzie of filosofie van de verhouding (Poésie/Philosophie de la Relation): Glissant pleitte voor een creolisering van de identiteit in de verbindingspunten tussen culturele verschillen. In tegenstelling tot het universele wereldbeeld, waarbij culturen geacht worden zich te aan te passen aan een enkele visie, oppert hij dat gemeenschappen die zich openstellen voor de twijfel en aarzeling die ontstaan waar verschillen elkaar ontmoeten, zich openstellen voor een buitengewone creatieve verrijking. (Kate Mayne - 2019)
Simultaan schilderen en tekenen met rechter en linkerhand maken sedert 2004 deel uit van de artisitieke praktijk van Marc Rossignol. Tijdens zijn performances citeert hij daarbij gedichten en teksten van o.m. Edouard Glissant, François Cheng, Pasolini.
Vanaf 2008 werd Marc Rossignol geinspireerd door de topologische tekeningen van de Vanuatu (sandroing) en de Lusona tekeningen van de Tshokwé (Angola) en dan vooral door hun Euleriaanse gesloten karakter. In 2015 begon Marc Rossignol Kolams te schilderen tijdens zijn performances, schilderijen en tekeningen ( Kolams worden gemaakt door vrouwen in India en Indonesië met bloem en rijst) .
De recente werken te zien in deze tentoonstelling zijn eveneens gemaakt volgens het Euleriaanse principe : één lijn volgend en daarbij het gehele oppervlak van het doek of papier vullend en eindigend bij het beginpunt: “ om de lijnen te schilderen zet ik een onzichtbaar rooster op het oppervlak met punten waarlangs ik met beide handen gelijktijdig schilder : ik schilder telkens éénmaal langs elk punt in het rooster en vorm aldus een Euleriaans patroon. ”Door te tekenen en te schilderen met rechter en linkerhand gelijktijdig ontstaat een spanning zowel fysiek als mentaal: de fysieke ervaring wordt doorheen de geest een pure gevoelsmatige beleving. Door gelijktijdig de geest en het lichaam aan te zetten werk te produceren komen ze samen en ontstaat een tekening die niet echt een afbeelding is, noch een schriftuur maar diep verbonden is met het moment waarop het werk ontstaat.
“Deze artististieke praktijk die meer sportief is dan deugdzaam stelt me in staat het lichaam zijn creatieve eigenschap te verlenen. De hoeveelheid verf aanwezig in het penseel vermindert tijdens het volgen van het lijnenparcour en duidt op deze wijze de lijn aan van het begin tot het einde, en onderstreept de bijzondere relatie tot de tijd tijdens het schilderen ervan.”
( « Je trace actuellement des réseaux de lignes continues qui envahissent l’espace, se superposent, s’enchevêtrent en un écheveau inextricable. Dessiner, peindre à deux mains simultanément, c’est installer une tension; allumer tant le corps que l’esprit, l’expérience vécue par le corps guide l’esprit qui devient purement réceptif. Vivre sportivement le corps, notre nature par excellence, avec l’esprit éveillé et accueillant l’univers dans sa globalité. Le corps et l’esprit convergent intensément dans l’émission d’un graphe pas vraiment image, pas encore écriture, mais profondément lié à l’instant où il est produit. Pour une pratique artistique plus sportive que vertueuse, je veux rendre au corps sa compétence créatrice.J’épuise la charge des pinceaux au long du tracé pour signaler le parcours de la source à l’aboutissement, et ainsi souligner la relation particulière au temps qui s‘écoule.” – Marc Rossignol – Avril 2020)
Marc Rossignol 2020
Zie catalogusboekje Marc Rossignol : ENTRE DEUX, 2020.