Na een bloedhete zomer is het tijd voor artistieke verkoeling. Wij openen op 15 september het nieuwe galerieseizoen met een grote knal. Met trots mag ik hier aankondigen dat Lucassen (1939) zich bij onze galerie heeft aangesloten. Het werk van Lucassen past feilloos in ons galerieprogramma en met zijn komst wordt onze reputatie als ‘follow up’ galerie nog sterker. De beeldproductie van Lucassen is geformuleerd in een schilderkundig idioom dat rijk is aan associatie, herinnering, dwarsheid, symboliek en synthese en wordt altijd gedragen door een sterke persoonlijke expressie. En dat is precies de schilderkunst die wij graag voor het voetlicht brengen.
De wereld van Lucassen speelt zich binnenskamers af maar altijd is zijn blik naar buiten gericht naar het leven zelf. Hij is weleens een denkende schilder genoemd, een hedendaagse symbolist die zijn toeschouwers een geconstrueerde werkelijkheid voorzet die alles behalve eenduidig is. Het mysterie van de schilderkunst is bij Lucassen in goede handen. Hij leidt je een wonderlijke wereld binnen waar van alles te zien is en waar het rationele een plek heeft naast het persoonlijke. Waar je soms herkenning voelt maar even vaak achterblijft in verwondering zonder te weten wat zijn formuleringen en beeldconstructies nu precies betekenen. Dat is ook geen vereiste omdat het beeld ook zonder uitleg altijd betekenisvol is.
In zijn besloten binnenkamer zijn de gordijnen bijna altijd dicht. Bij uitzondering staan ze op een kier en biedt de kunstenaar zijn toeschouwers een blik in zijn raadselachtige universum. Niet te veel maar net genoeg om houvast te bieden. Lucassen geeft op zijn manier betekenis aan dingen die voor hem van belang zijn, die zijn wereld bepalen en kleuren. Dat kan iets banaals zijn maar evengoed in een zelfde voorstelling toont hij zijn bewondering voor een kunsthistorisch meesterwerk. Niet dat hij zo’n werk gemakzuchtig kopieert, integendeel; hij zet het juist in om zijn eigen werkelijkheid te ontsluiten door zijn verwondering uit te spreken over het menselijke potentieel. Hij is in staat alles wat hij beeldend inzet over te brengen naar een nieuwe vorm en betekenis.
In de jaren zestig en zeventig schilderde Lucassen constructies waarin figuratieve elementen de boventoon voerden. Vanaf de jaren tachtig wordt het figuratieve uitgebannen om de laatste 15 jaar in zijn assemblages weer terug te keren. De verscheidenheid aan formele verschijningsvormen zou je ook een wijze van ‘ont-stijling’ kunnen noemen. Lucassen werkt in zijn eigen taal zonder stijlfiguur of knellende theorie. Het resultaat; schilderijen en assemblages met een grote schilderkundige en emotionele reikwijdte die hem in staat stellen om van het persoonlijke te transformeren naar het universele.