Schilderkunst is nog steeds boeiend en levendig in dit digitale tijdperk. En waarom? Omdat materie in de schilderkunst heel direct en tastbaar is. Kijk eens naar de structuur van de verflagen die aangebracht worden op de drager, en de zintuigen worden getriggerd. Ook het reukzintuig brengt je dichter bij de daad van de schilder zelf. Dat maakt een schilderij zo fascinerend en levendig. In kunstkringen wordt schilderkunst gezien als voorloper van de fotografie.
De fotografie werd in het begin van de 19e eeuw uitgevonden door de Fransman Joseph Nicéphore Niépce met zijn ‘camera obscura’. De eerste digitale fotocamera kwam in de jaren ’80 en tien jaar later werd het donkere ontwikkel lab overbodig door de opkomst van Adobe Photoshop. Alles is continue onderhevig aan verandering. De mens onderzoekt het en probeert zich aan die nieuwe omgeving aan te passen. Niets zal eeuwig hetzelfde blijven. En de mens zal altijd vragen blijven stellen.
In de fotografie is een cruciale rol weggelegd voor het kijken en ervaren van het beeld. Fotograaf en filmer Shigeo Arikawa (1982, JPN) onderzoekt de waarneming van het beeld. Of met andere woorden: hoe zien we dat het beeld ‘waar’ is? Hij manipuleert zijn foto’s en speelt met illusie. Arikawa stelt ons bewustzijn op de proef. Kijken we goed genoeg naar wat we zien? Zijn we in staat tot waarnemen zonder continue beïnvloed te worden door onze persoonlijke geschiedenis of vooroordelen? Hoe zeker zijn we over wat we zien? Arikawa creëert beelden die niet zo vanzelfsprekend zijn.
Alles is echter mogelijk in de schilderijen van Bas Wiegmink (1977, NLD). De natuur krijgt de kracht om te evolueren. Vegetatie ondergaat genetische veranderingen. De lucht reflecteert in fantastische kleuren, de aarde straalt. Sporen van de mensheid getuigen van een zekere ‘beschaving’. De boodschap zou kunnen zijn: ‘wees niet bang voor de toekomst, want we overleven het wel’.
Wiegmink schildert met veel contrasten in een uitbundig romantisch kleurenpalet, soms zelfs fluorescerend. De filmische en dromerige manier van schilderen maakt het kijken interessant. Bomen en planten groeien wild tussen gebouwen door. De uitbundige flora heeft alle ruimte ingenomen, soms zie je ook resten van menselijk leven. Dit contrast verraadt de dubbelzinnigheid van de werkelijkheid: een waarschuwing of juist een optimistisch Arcadië.