Alles is mogelijk in de schilderijen van Bas Wiegmink (1977). De natuur krijgt de kracht om te evolueren. Vegetatie ondergaat genetische veranderingen. De lucht reflecteert in fantastische kleuren, de aarde straalt. Sporen van de mensheid getuigen van een zekere ‘beschaving’. De boodschap zou kunnen zijn: ‘wees niet bang voor de toekomst, want we overleven het wel’.
Bas Wiegmink schildert met veel contrasten in een uitbundig romantisch kleurenpalet, soms zelfs fluorescerend. De filmische en dromerige manier van schilderen maakt het kijken interessant. Bomen en planten groeien wild tussen gebouwen door. De uitbundige flora heeft alle ruimte ingenomen, soms zie je ook resten van menselijk leven. Wat gebeurt hier?
Op de achtergrond zien we moderne gebouwen in dunne contouren geschilderd, alsof ze verlaten zijn of wegkwijnen. Aan de voorkant tiert welig de flora met krachtige overtuigende toetsen in heftige kleuren. Dit contrast verraadt de dubbelzinnigheid van de werkelijkheid: een waarschuwing of juist een optimistisch Arcadië.
De modernisten ontwierpen vaak utopische architectuur waaraan de mens ondergeschikt lijkt te zijn. Oscar Niemeyer, Le Corbusier en de stedenbouwkundige Lucio Kosta bouwden de iconische stad Brasilia in de jaren ‘50 ter vervanging van hoofdstad Rio de Janeiro. Daarin zien we menselijke overschatting en hoogmoed. De mens toont zich daar een ijdel wezen tegenover de natuur die zichzelf blijft. Deze architectuur wordt vaak beschouwd als slechts conceptueel, voor de mens gedoemd te mislukken. Je ervaart hier de wrijving tussen mens en omgeving. Architectuur en natuur, stad en mens zijn weliswaar verbonden maar tegelijkertijd met elkaar in strijd om de leefbaarheid.
Desondanks overleeft de natuur telkens schijnbaar onverstoorbaar. Die overlevingskracht, incluis die van de mens, inspireert Bas Wiegmink. Voor hem is schilderen de expressie waarin hij zich het best kan uiten, zijn droom in een daad. Er is geen zweem van zwaarmoedigheid in het werk te ontdekken, alles lijkt zo vanzelfsprekend. Hier vloeit zijn bewondering voor architectuur samen met die voor de natuurkracht.