Een kubus van staal, dertig bij dertig centimeter.
Strak, geometrisch, beheerst.
Wie goed kijkt, ziet hoe de vorm zichzelf verlaat.
Alsof iets naar binnen is gekeerd.
Hilgemann werkt met lucht als kracht.
Door een vacuüm te creëren haalt hij de adem uit het materiaal.
Geen geweld van buiten, alleen druk van binnenuit.
Het staal — hard, maar kneedbaar — zoekt een nieuw evenwicht wanneer spanning in vorm verandert.
Vijf vlakken ademen roest; één glanst als spiegel.
Het sluit niets af, maar opent de vraag:
waar ligt de kern? Wat is binnen, wat is buiten?
In vouwen en deuken schuilt beweging.
Het staal lijkt naar binnen te ademen, op zijn eigen tempo.
Hilgemann maakt het onzichtbare tastbaar: tijd, adem, druk.
De vorm is niet bedacht, maar ontstaan.
Beheerst, ingetogen — als een lichaam dat net heeft uitgeademd.
Een onderzoek naar materialiteit, spanning en het onzichtbare binnen staal.