In Implosion onderzoekt Lucas Leffler een cruciaal moment in de geschiedenis van de fotografie, waarin twee gebeurtenissen in 2007 de industrie voorgoed veranderden: de lancering van de eerste iPhone en de implosie van Kodak’s fabrieken in Rochester, VS. Deze momenten markeerden de overgang van analoge naar digitale fotografie—de ene luidde het tijdperk van de smartphone in, de andere betekende het einde van het filmrolletje.
Leffler weigert zich neer te leggen bij het verdwijnen van de zilverfotografie en herintroduceert een 19e-eeuwse techniek, ambrotypie, om beelden van Kodak’s ondergang af te drukken op een onverwacht oppervlak: gebruikte iPhone-schermen. Met dit historische proces, waarbij een beeld wordt gefixeerd op glas met een lichtgevoelige emulsie, transformeert hij de smartphone—een alledaags object en symbool van digitale fotografie—tot drager van een bijna vergeten ambacht.
Door Kodak’s ondergang vast te leggen op het apparaat dat bijdroeg aan zijn neergang, creëert Implosion een krachtig visueel gesprek tussen verleden en heden. Het is zowel een poëtische daad van verzet als een reflectie op technologische vergankelijkheid. Met zijn werk daagt Leffler ons uit om opnieuw na te denken over de materialiteit van fotografie, de cycli van innovatie en uitsterving, en de manieren waarop geschiedenis kan worden bewaard en herinterpreteerd door kunst.