In dit compacte werk van Pere Llobera botsen beeldlagen op elkaar. Cartoonachtige vormen, haast achteloos geschetst, zweven over een donker, schimmig vlak. Een perspectivische ruimte schemert door de ruwe verfstructuur heen, maar wordt direct verstoord door de dynamische, haast hallucinerende figuren die het oppervlak domineren. Ogen, ledematen en contouren lijken even te verschijnen voordat ze weer oplossen, gevangen in een toestand van transformatie.
Llobera speelt hier met schilderkunst als een ongrijpbare taal: figuratie en abstractie buitelen over elkaar heen, terwijl het werk balanceert tussen humor en onbehagen. Is dit een vergeten beeldfragment, een herinnering die hapert, of een droombeeld dat zich niet volledig wil prijsgeven?
Met zijn losse, expressieve toets en gelaagde beeldtaal laat Llobera het schilderij ademen—een levendig, ongrijpbaar moment dat zich steeds opnieuw vormt in het oog van de toeschouwer.