In "De 2CV van Venetië" (1997) neemt de pad een centrale rol in het verhaal van verandering en transformatie. Als symbool verbindt de pad het alledaagse met het bijzondere. Net als de 2CV, die reizen en beweging belichaamt, suggereert de pad een andere soort reis. Het dier leeft tussen land en water, wat aansluit bij de dualiteit van Venetië, waar waterwegen en stad samenkomen.
De combinatie van pad en auto benadrukt aanpassing en flexibiliteit. Terwijl de 2CV de materiële wereld van reizen en herinnering vertegenwoordigt, voegt de pad een symbolische laag toe. Het dier staat voor een innerlijke reis en transformatie. In tegenstelling tot alledaagse objecten zoals verpakkingen en speelgoedauto’s, roept de pad vragen op over kwetsbaarheid en verandering.
De collage creëert spanning tussen deze elementen. De pad introduceert een onverwachte wending binnen een verder herkenbare verzameling objecten. Hiermee benadrukt het werk dat transitie zowel fysiek als mentaal plaatsvindt – een voortdurende beweging.