Bas Wiegmink schildert met veel contrasten in een uitbundig, romantisch kleurenpalet, soms zelfs fluorescerend. Zijn filmische en vrije manier van schilderen maakt het kijken blijvend interessant. In zijn eerdere werk groeien bomen en planten wild tussen gebouwen door. Uitbundige flora heeft daar alle ruimte ingenomen met soms nog resten van menselijk leven. In de nieuwe schilderijen van Wiegmink blijft de flora met krachtige overtuigende toetsen en in heftige kleuren aanwezig, maar ondergaat de natuur een schijnbare ordening. Ze zweeft nu, als het ware gevangen in een alomvattend grid, in allerlei wisselende structuren van oneindigheid. Zoals een escapist onderzoekt hij de vorm om zich steeds te kunnen vernieuwen, een contrast dat het dubbelzinnige verraadt van de werkelijkheid.