Mijn naam is Xun, Zi Xun Dang de Graaf. Ik ben 23 jaar oud en geboren op 2 juni 2000 in Luoyang, China. Althans, die naam en datum zijn verzonnen door het weeshuis. Sterker nog, ik werd verlaten en ongeïdentificeerd aangetroffen toen ik ongeveer 2,5 jaar oud was. Wat daarvoor gebeurde is vrij onbekend en zal voor mij waarschijnlijk voor altijd onbekend blijven. Een nostalgisch thuisgevoel kan ik mij moeilijk voorstellen. Tot op de dag van vandaag verdwijnen veel vragen in een zwart gat. Dat zwarte gat is deels mijn identiteit. Dit speelt een rol in mijn perspectief, handelen en hebzucht in het leven, zowel bewust als onbewust. Op 3,5-jarige leeftijd adopteerden mijn “ouders” mij, ik hou van mijn ouders. Maar op de een of andere manier voelde ik me altijd een vreemde. Om te overleven gedroeg ik me verloren en vervreemd tegenover mezelf om betekenis te vinden. Om dingen te ervaren die ik niet wilde, kon ik ervoor kiezen en geloven dat ik de dingen zou voelen die ik eigenlijk wilde. De natuur en de mensen die ik heb ontmoet toen ik verdwaald was, hebben mij dat geleerd. Ik weet niet waarnaar ik zoek of wat zoeken is, maar ik blijf zoeken omdat ik het leuk vind. Het is een onschuldig gevoel.
Ik zie adoptie niet als een slecht iets, het overwint. We nemen alles in zekere zin over; mensen, plaatsen, gevoelens, materialen, woorden en zelfs dingen die we ons niet realiseren. Maar de waarheid is dat bij alles wat we adopteren ook een tegenstelling schuilt. Dingen die wij adopteren, adopteren jou ook. (Wat is het gedrag van beiden? Wat is de betekenis van wat ik adopteer? Is adopteren vinden of stelen? Moet wat geadopteerd wordt veranderd of aangepast worden? Waar hoort datgene bij wat ik adopteer? Hoe lang adopteer ik iets?). Deze vragen hebben mijn interesse gewekt om onderzoek te doen naar adoptie in de kunst.
Voor deze tentoonstelling heb ik mijn meest recente en daarmee samenhangende werk geselecteerd, gewijd aan mijn onderzoek. Om het een beetje uit te leggen: alle materialen zijn verloren gevonden in de natuur, straten of verlaten gebouwen. De materialen zijn niet technisch bewerkt. Ik houd er niet van om materialen te kopen. De aankoopprocedure heeft voor mij iets minder betekenis. Ik voel mij verbonden met verloren voorwerpen, omdat ik ze begrijp. Het proces van het vinden van de materialen is tijdelijk en uniek. Door gemeenschappelijk materiaal te verzamelen, verandert uw kijk op het opnieuw doen ervan. Het is een keuze. Dit proces vertegenwoordigt mijn praktijk en het vermogen om de gevonden materialen te verbinden tot sculpturale werken.