Het is niet altijd het leger dat per ongeluk een onschuldige neerschiet. Het zijn ook niet de mensen die hun lot ten onrechte in de handen leggen van een leider die de mens, het leven en de vrijheid niet begrijpt. Soms kan iemand die naar een foto van die strijdkrachten en mensen kijkt ook een fout maken: zoals ik, die bij het zien van deze foto van de revolutie van 1979 ervan uitging dat een spervuur van kogels uit een machinegeweer de aarde onder de voeten van de demonstranten en hebben – als bloemenstruiken – het zand en de stenen uit de grond gespuwd.
In de Perzische taal, waarin ik spreek, lijken golooleh [kogels] en gol [bloemen] qua fonemen zo op elkaar dat golooleh een bloem lijkt te zijn die uit de looleh [loop] van een geweer is geschoten. Ik heb me altijd voorgesteld dat de metaforische relatie tussen golooleh en gol alleen maar interessant en betekenisvol kan lijken voor degenen die Perzisch spreken, totdat ik deze afbeeldingen tegenkwam in een boek.
Op deze foto's lijkt het erop dat golooleh deze keer niet langer een gol is die zou ontkiemen in een aarde van buskruit en uit een geweerloop zou bloeien, maar in plaats daarvan, zodra hij het lichaam doorboort, diep wortelt en bloeit als een bloem. Maar is een bloem die uit een kogel in een lichaam tot bloei komt, altijd dezelfde bloem? Dat is niet altijd zo: vanuit de lichamelijke aarde bloeien bloemen op verschillende manieren, ook al waren de bloemen die de mensen van een revolutie in geweerlopen stopten altijd anjers. Misschien onbewust van het feit dat een paar jaar vóór hun revolutie van 1979 een andere revolutie zo verweven was geraakt met bloemen en kogels dat deze de naam ‘De Anjerrevolutie’ kreeg. In mijn zoektocht naar foto's van de anjers van 1979 waren de idealistische vrouwen, mannen en kinderen wier gezichten ik tegenkwam altijd afstandelijk en vreemd voor mij. Ik had nooit gedacht dat deze gezichten nog eens op straat te zien zouden zijn: de gezichten van vrouwen die bloemen in de ene hand houden en het overwinningsteken in de andere, of natuurlijk hun haar als een vaandel, wapperend in de wind van de vrijheid. De waarheid was dat de anjers van de foto's uit 1979 verwelkten en verwelkten. Die geweren en kogels wachten echter altijd om weer in de lichaamsaarde te ontluiken. In dat jaar riepen de mensen deze slogan naar het leger: “Vraag het maar aan het Iraanse leger: waren kogels het juiste antwoord op FLOWer?” Deze vraag kon jaren nadat David Burnett de foto van de Revolutie van 1979 maakte opnieuw worden gehoord: door het geschreeuw uit de kelen van vrouwen, die deze keer de bloemen niet in de lopen van geweren plaatsten, maar eerder de holte bedekten waar hun ogen zaten ooit, maar waren nu door kogels neergeschoten. Burnetts boek is getiteld: 44 Days, Iran and the Remaking of the World. 44 jaar na die 44 dagen, opnieuw in Iran, is er opnieuw een wereld aan het hervormen...
Homayoun Sirizi (1981, Teheran) is een architect, kunstenaar, schrijver en curator die bekend staat om zijn vindingrijkheid in het extraheren van toevalligheden van tijd, taal, geschiedenis en politiek uit archiefmateriaal. Zijn werken onderzoeken de duistere en soms satirische mogelijkheden van de geschiedenis. Sirizi studeerde architectuur aan de Universiteit van Teheran. Hij heeft geëxposeerd in Oostenrijk, België, de VS, Italië, Rusland, Duitsland en Turkije. Zijn werk is opgenomen in de 13e en 15e Biennale di Venezia International Architecture Exhibition, de 6e Moskou Biënnale voor Hedendaagse Kunst, het 9e Alanica Symposium, Vladikavkaz, dOCUMENTA 13, Duitsland en de 12e Biënnale van Istanbul, Turkije.