Het computerprogramma TAPW dat aan dit werk ten grondslag ligt, is gebaseerd op het principe van de interferentie van drie golven (maar ieder samengesteld uit meerdere golven voor de verschillende aspecten), een voor elke lichtkleur, rood, groen en blauw. De interferentie is aan een oneindige verandering onderhevig als gevolg van de ontwikkeling van de golven in ruimte en tijd. De reliëfs zijn op een en dezelfde plaats gemaakte momentopnamen uit dit dynamische proces. De reeks als geheel laat zien hoe verschillend de kleuren zich kunnen gedragen, afhankelijk van de condities en de gekozen momenten. In het ene reliëf komen slechts twee kleuren voor die afwisselend losjes zijn uitgestrooid en tot grotere, meer uitgesproken vormen versmelten. Het andere werk vertoont alle twaalf kleuren van het door Struycken samengestelde palet. Ze zijn op gelijke onderlinge afstand uit de kleurencirkel gekozen, met gelijke verzadiging maar met verschillende helderheid. De vormen die zich door aaneenschakeling van kleurvlakjes aftekenen hebben nu eens een organisch karakter, dan weer zijn ze rechtlijnig afgebakend en geometrisch. Het raster, de tussenruimte die de plaatjes perspex van elkaar scheidt, blijft echter dominant aanwezig en zorgt er voor dat de kleurvlakjes zich nadrukkelijk manifesteren als afzonderlijke bouwstenen van de structuur.