Haar werk reflecteert de losgezongen verhoudingen tussen mens, natuur en cultuur. De voorstellingen zijn vaak herkenbaar uit een schrijnende werkelijkheid: desolate hutten, beklemmende landschappen of vreemde taferelen, waarin de mens afwezig is. Zonder de werkelijkheid expliciet te maken confronteert Hoogerwerf ons als kijker met de toestand van de wereld waarin de samenhang, de samenwerking, de samenleving op zijn minst verstoord lijken.
Dankzij de belichting en het kleurgebruik wordt de sfeer verrassend genoeg niet onaangenaam maar eerder dromerig en schilderachtig. Het wekt de nieuwgierigheid op om te onderzoeken wat je ziet: bijv. op een leeg afgebakend veld een hoog bouwsel met een tentdoek, waar mogelijk net een concertje gaande was dat abrupt is geëindigd; of het beeld van een vrolijk versierd feestje waar echter niemand kwam. Dat je alleen maar kunt gissen wat er aan de hand is, maakt haar werk zo sterk, universeel en poëtisch tegelijk.
Zij maakt eerst maquettes met gebruik van allerlei middelen zoals hout, zand, lijm of papier. Om kleur te geven en sfeer te creëren gebruikt zij verf en krijt. Gevoelsmatig weet zij heel goed hoe een beeld op te bouwen, bijv. door een object dramatisch te positioneren of te contrasteren met de achtergrond. Hoogerwerf gebruikt in haar landschappen spannende composities met aantrekkelijke kleurencombinaties. Zo construeert zij haar taferelen voordat van dat resultaat een foto wordt gemaakt.