Matthys’ oeuvre, waarin beelden onder al hun vormen en uitingen centraal staan, wortelt stevig in een lang proces waarin elke fase een nieuwe laag toevoegt. De vele werken, de vele beelden, maken ieder apart deel uit van een groter geheel waarin de afstand tussen de werken onderling vaak verwaarloosbaar is.
Sommige werken staan dan weer op zichzelf; de beelden bepalen immers zelf wanneer ze af zijn. Daar voelt de aandachtige kijker aan dat het af is en een hoofdstuk of paragraaf op zich vormt. Het ontstijgt het lange werkproces dat eraan vooraf ging en domineert.