XVII. De Ster
De Ster is het eerste hemellichaam dat wordt genoemd in het tarotspel en staat symbool voor inspiratie en creatieve kracht. De zeven kleinere sterren vertegenwoordigen historisch gezien de Plejaden of de zeven zussen. De enkele vaste ster wordt begrepen als Sirius, de hondenster. Als de helderste ster aan de hemel was Sirius uiterst belangrijk voor de oude volkeren, en de heliakale opkomst ervan markeerde belangrijke momenten in hun jaarlijkse kalenders. De betekenis van de kaart is dat creatieve krachten hemels zijn. Elk atoom van ons wezen werd natuurlijk gecreëerd in een ster, lang voordat de aarde ontstond. We zijn allemaal sterrenstof en we zijn allemaal eeuwenoud. In dit werk wordt de met ogen bezaaide hemel van de kluizenaar opnieuw bezocht, maar deze keer in hun meest ware fonkelende manifestatie. Leven wordt gedefinieerd door de dood, en alle wezens zullen uiteindelijk terugkeren naar de sterren om opnieuw te rusten onder de oude sterren.
'Astra inclinant, sed non obligant'
'De sterren hellen over ons, ze binden ons niet'