We zijn onderdeel van een groter geheel. We voelen het als we kijken naar de sterren en de
planeten. De wetenschap heeft het universum echter lang gezien als iets wat buiten ons ligt en
wat we aanschouwen. Recent is deze kijk veranderd. We maken wél onderdeel uit van het
geheel. Doordat wij waarnemen, voegen we zelfs toe aan de materie.
Er is een bron van energie die ons allen omspoelt en tot leven wil wekken. Een stroom van creativiteit en lichtheid. Dat is wie je werkelijk bent. Al het andere is een illusie, een tijdelijke sluier voor je bewustzijn. Dat vergeten we weleens in ons dagelijks leven, waarin we geneigd zijn ons bewustzijn te vernauwen en te geloven wat ons verteld wordt door onze opvoeding en cultuur. Tot we geloven dat we niet meer zijn dan dit lichaam, man of vrouw, beoefenaar van ons beroep. We zijn zo groot als we onszelf toestaan te zijn. Als we onze binnenwereld weten te behouden, dijt ze steeds verder uit en wordt ze alsmaar rijker, net als het heelal zelf. Hoe persoonlijker, hoe universeler. We are one.
In The whole of who we are wordt de eeuwige levensenergie verbeeld door de knikkers. Ze staan voor het speelse en vrije, voor de onbeperkte mogelijkheden, voor dat waartoe we in staat zijn als we afgestemd zijn op ons diepste zelf. De strenge, zwarte kledij symboliseert de statische buitenkant, de opgelegde regels, het nauwe en beperkende.
“But already my desire and my will were being turned like a wheel. All at one speed. By the love which moves the sun and the other stars.”
Dante Alighieri