Smits’ werk gaat over de relatie tussen religie en kapitalisme, die wordt weergegeven in een landschap van architecturale stadsgezichten. Deze landschappen tonen de contouren van een denkbeeldige stad. Een stad die de menselijke ambitie naar macht en status ademt. De grootschalige gebouwen herinneren ons aan de industriële utopieën die de overhand hadden in de menselijke geest, maar faalden om te schitteren of vrede en menselijkheid te bieden in de echte wereld.