Serie: Papilio op hars
Het project begon in 2014 in Kew Gardens (VK). De kunstenaar fotografeert de bloemen, planten en bladeren die in de kassen groeien door glazen ruiten die nat zijn van dauw en condensatie en die de omgeving omhullen in een lichte, ongrijpbare mist.
De in kassen opgesloten natuur is beroofd van vrijheid, maar wordt tegelijkertijd beschermd en geholpen om weelderig te groeien en staat in contrast met de natuur buiten die 'vrij' is, maar voortdurend wordt bedreigd door menselijke uitbuiting. Tegelijkertijd wordt de natuur in de kas zelf een symbool van de aanpassing waartoe de mens de natuur dwingt om te overleven.
De onverwachte aanwezigheid van een vlinder versterkt de harmonie maar ook de dramatiek van het werk.
De foto's zijn gevat in koperen en ijzeren cirkels van verschillende afmetingen (diameter van 25 cm tot 80 cm); vlinders worden op de foto's geplaatst voordat ze met hars worden bedekt.
Al onze insectensoorten worden in gevangenschap geboren en grootgebracht. Vlinders groeien op en worden verzameld volgens internationale milieuvriendelijke normen. In geen geval werken we met soorten die met uitsterven worden bedreigd.
Alle tentoongestelde werken zijn gemaakt in 2023.
HOE WERKEN VLINDERKWEKERIJEN?
Vlinders komen van kwekerijen in veel verschillende tropische landen, zoals de Filippijnen, Costa Rica, Oeganda, Kenia of Tanzania. De insecten worden gekweekt om geëxporteerd te worden naar tropische kassen en levende tentoonstellingen over de hele wereld.
De handel in vlinders vormt een aanzienlijke bron van inkomsten voor lokale gemeenschappen. Dankzij deze activiteiten is de bevolking minder geneigd om intensieve landbouw te bedrijven, die schadelijk is voor het milieu en vaak leidt tot woestijnvorming.
Het kweken van vlinders is milieuvriendelijk en respecteert de bossen als natuurlijke habitat voor de insecten. Bovendien kunnen lokale bevolkingsgroepen de eerste fases van het kweken gemakkelijk vanuit hun eigen huis regelen.
Vlinders leven in buitenhokken in de achtertuinen van de huizen, in de wilde natuur, waar boeren specifieke planten kunnen kweken om de eitjes van de insecten in onder te brengen; deze planten vormen dan de belangrijkste voedselbron voor de opgroeiende maden. Dankzij vlinderkwekerijen worden lokale gemeenschappen zich bewust van de botanische kennis van hun land en begrijpen ze het belang van het behoud van biologische diversiteit. Tot slot bevorderen deze boerderijen vaak fondsenwerving, stabiliteit, armoedebestrijding en bosbehoud; een inspirerend voorbeeld is het Amani vlinderproject in het oostelijke Usambara-gebergte in Tanzania.