Katleen Vinck werkt vaak met reeksen. De twee werken die getoond worden bij Àmare behoren tot de reeks waar de zich door natuurlijke monolieten en monolithische of capsulaire architectuur (grotten, bunkers, tanks, duikboten, ufo’s, ruimtecapsules, etc.) laat inspireren.
In het werk ‘We fade to grey’ is een woekering van vormen te zien die zowel architecturale als organische elementenen in zich dragen. Het werk lijkt een parasiet op een boom, een versmelting die slechts gedeeltelijk door de mens gecreëerd werd en deels natuurlijk is ontstaan doorheen de tijd. De betekenis achter dit werk van Katleen Vinck is altijd meerduidig en roept meerdere associaties op; de constructie voelt tegelijkertijd aan als een vreemde entiteit uit de toekomst dan als een oeroud organisme.
‘Dust to dust’, het tweede werk door Katleen Vinck in het parcours van àmare 2023, is een samenvoeging van een architecturaal volume en een artificieel rotsachtig gedeelte. De sculptuur verwijst zowel naar siloarchitectuur, bunkers als naar ruimtecapsules, maar ook naar een meteoriet of een rotsblok. Uit die combinatie van organische en door de mens geconstrueerde bouwsels ontstaat een amorf object dat er als een archeologische industriële rest uitziet dan als element uit een science fiction film. De zware massa lijkt te zweven op de dunne doorlopende pootjes, waardoor het ook lichtheid en beweging sugereert. De materialen die Katleen Vinck gebruikt, zoals beton en klei, lijken misschien koud en stil maar hun aura bruist van potentieel, met tijdlagen, met een ambitie en verwachting voor transformatie. Ze werkt met de essentie van archetypische architecturale elementen, die tegelijk functioneren als overblijfsel en als een nieuw begin.