Het werk Gentleman of the Backdoor onderzoekt een aantal verschillende eufemismen die in de 18e eeuw in Engeland werden gebruikt om homoseksuele mannen en hun activiteiten te beschrijven.
Backgammonspelers' werd jargon voor homoseksuelen als een woordspeling op het spel. De naam "backgammon" vindt zijn oorsprong in de 10e eeuw; backside, straattaal voor achterwerk en gammon, het onderste of achterste deel van een varken, spek. Het beschrijft een spel waarbij één van de spelers waarschijnlijk achteruit wordt gestuurd, en één vooruit. Daarnaast is er de voor de hand liggende grove sodomitische metafoor.
De term evolueerde later tot "Gentlemen of the Backdoor", wat voortkomt uit het idee dat in tijden van vervolging een van de deelnemers van een homoseksuele affaire via de achterdeur naar binnen en naar buiten moest sluipen om ervoor te zorgen dat hun activiteiten niet in het vizier kwamen. Dit soort geheimhouding was van essentieel belang voor homoseksuele mannen uit deze periode in Engeland, omdat zij volgens de wet op de geslachtsdaad van Hendrik de 8e werden vervolgd met 10 jaar gevangenisstraf of de doodstraf.
Faggot' was een woord dat ooit werd gebruikt om een bundel stokken aan te duiden waarop beschuldigde sodomieten werden verbrand tot de dood erop volgde.
Volgens een andere legende werden de jonge, zwakke, verwijfde jongens van openbare jongensscholen in Engeland "flikkers" genoemd. Zij werden het terrein opgestuurd, terwijl de meer "mannelijke" jongens aan het sporten waren, om "faggot sticks" - aanmaakhout - te verzamelen. Daar werden ze seksueel misbruikt door de schoolmeesters en oudere leerlingen.
Ganymedes', of 'Loathsome Ganymedes' was een typische term om een haarloze, verwijfde jongen te beschrijven. Vaak afgebeeld met een haan in zijn handen. Een 'kip' was ook een minderjarige jongen.