In 1978 nam Jan Henderikse (Delft, 1937) deel aan de internationale groepstentoonstelling Museum des Geldes in de Städtische Kunsthalle Düsseldorf, enkele maanden later doorreizend naar het Parijse Centre Pompidou. In lijn met zijn belangstelling voor kitsch, trash en veelvoud toonde Henderikse vitrines met allerhande parafernalia als portefeuilles, plastic bijouterie en asbakken met de opdruk van dollars. Onderdeel van de tentoonstelling was ook een sculptuur uit plexiglas in de vorm van een dollarteken, gevuld met versnipperde Amerikaanse bankbiljetten.
Het is een van Henderikses vroegste werken met dit ontwaardde materiaal, in 1979 door de Amerikaanse Federal Reserve Bank aan hem ter beschikking gesteld in de vorm van twee anderhalve meter hoge, tot balen samengeperste geldsnippers.
In Jan Henderikses po tica speelt, al sinds zijn bijdrage aan de internationale ZERO-beweging begin jaren zestig, het spanningsveld tussen waardevol- en waardeloos een sleutelrol. De ’kostbare’ materialiteit van academisch brons en olieverf maakte plaats voor kurken, zwerfvuil en lege verpakkingsmaterialen, voor de zeggingskracht en beeldende kwaliteiten kortom van industri le, non-artistieke materialen en readymades. Met Shredded Value gaf Jan Henderikse eind jaren zeventig al een extra – conceptuele – dimensie aan zijn beeldend program: een geschatte tien miljoen dollar is door versnippering ontwaard maar met Henderikses ingreep weer teruggebracht in het areaal van het kostbare en zeldzame. Shredded Value bevraagt de status van het kunstwerk als kostbaar reliek, is een zinnebeeld van ‘what makes the world go round’, maar past evengoed binnen Henderikses benadering van de wereld als onuitputtelijk arsenaal van beeldende middelen.
Deze dollar baal is de enige die intact is gebleven. Ze dateert uit 1979. In 2014 kregen de laatste losse dollarsnippers een definitieve bestemming in een reeks plexi-boxen.