Het werk “Encounter” toont een meer dan levensgrote projectie van een Bengaalse Oehoe.
De vogel zit op een boomstronk en is met zijn rug naar de toeschouwer gekeerd. De veren op zijn rug vormen een gecamoufleerde versie van een gezicht. Na verloop van tijd draait de uil zich om naar de toeschouwer en onderzoekt hij indringend de ruimte met zijn feloranje ogen. Het is een spel van kijken en bekeken worden. De uil lijkt als een wachter, zijn nieuwe omgeving te verkennen en confronteert de toeschouwer met zijn indringende blik. De Titel; “Encounter” verwijst naar een ontmoeting met een ander wezen. Deze ontmoeting overstijgt het puur intellectuele en is vooral een poëtische ontmoeting.