Saar Scheerlings (1990) onderzoekt de betekenis van culturele objecten. Haar kunst is een eindeloze molen van productie, constant vatbaar voor invloeden van buitenaf. Het is een proces als een soort handelsroute of havenstad waar allerlei vooraf onbekende dingen elkaar kunnen beïnvloeden. Alles kan voor Saar een beginpunt of aanknopingspunt zijn om een nieuwe weg in te slaan, zoals een theedoosje dat rondslingert in het atelier of een zelfverzonnen techniek.
Ze bouwt aan de materiële cultuur van een fictieve beschaving. Geïnspireerd door etnografische collecties in musea, textielambachten en bouwmethodes is haar werk een zoektocht naar een gevoel van inspiratie en betekenis, zoals we die kennen van oude culturen en religieuze artefacten. Daarbij kijkt Saar naar traditionele manieren van maken en hergebruikt ze zowel bijzondere als alledaagse materialen.