Jae Ko maakt verrassende driedimensionale objecten uit rollen papier, waaronder papier voor rekenmachines, crêpepapier en andere soorten opgerold papier. Door met textuur, dikte, breedte en kleur te experimenteren onderzoekt zij de sculpturale mogelijkheden van het materiaal. Haar kleurgebruik betreft vooral primaire kleuren en zwarttinten, maar ook rode en gele tinten komen voor. Daarnaast gebruikt ze allerlei soorten inkten, zeewater, zand en vuil waar ze het papier in drenkt en daarna blootstelt aan de zon. Zo kan zij de uitzetting van het papier sturen en er uiterst elegante vormen van maken. Ko blijkt een sterke voorkeur voor voluten, spiralen en andere symmetrische vormen te hebben. Allemaal vormen die naar het midden neigen. Merkwaardig genoeg vinden haar felgekleurde objecten hun oorsprong in topografische en geologische vormen. Daarnaast zijn ze het resultaat van Ko’s voortdurende onderzoek naar het verband tussen architectuur en landschap.