Een rond scherm met daarop het schokkerige beeld van bewegende benen, losjes uit de hand gefilmd en begeleid door het geluid van voetstappen in ruimtes met houten vloeren en witte muren. Een Franstalige vrouw spreekt. Haar stem is tegelijk zacht en uitgesproken aanwezig. Haar woorden lichten op, vertaald in het Engels, midden in het beeld: “I am in the museum and I wonder what it means to be here! I never asked myself this important question before. What does it mean to find oneself in a museum with a heritage that doesn’t belong to you?”, en even later vraagt ze zich af of ze wel daar in dat museum kan zijn en het feit dat ze geen deel uitmaakt van het narratief waar ze midden in staat, kan negeren.
In dit videowerk luisteren we naar een bericht aan een vriend, een oproep vanuit een museum in Londen waar de vrouw reflecteert op haar plaats als Afrikaan in een Europees museum voor moderne kunst. Ze spreekt over onderwerpen als identiteit, klasse en artistiek erfgoed en ze bevraagt de plaats van een niet-westerse beschouwer tegenover de moderne westerse kunst: die westerse kunst, die aanspraak doet op universaliteit, maar die andere verhalen tegelijkertijd uitsluit.
In Walking and Talking wordt door de ‘brute’ wijze van filmen, in combinatie met de ronde vorm van het beeld die de afwezigheid van een begin en een eind suggereert, de verhalende structuur van de film als het ware ontkend. Daarmee krijgt de stem in de video een cruciale rol. Het is geen voice-over maar een voice-on die op het scherm wordt weergegeven, via het beeld van de mond van de verteller, om de fysieke aanwezigheid van de stem te accentueren. Door de Engelse transcriptie van de tekst in het midden van het beeld te plaatsen, wordt de kijker ‘gegidst’ bij het decoderen van beelden zonder horizon waarin, dankzij de cirkelvorm, de zwaartekracht afwezig lijkt. Het beeld wordt zo in feite letterlijk én figuurlijk gereduceerd tot zijn elementaire vorm, niet volledig documentair en ook niet puur fictief. De positie van waaruit de kunstenaar handelt wordt intussen getypeerd door een keuze voor distantie en het bewust vermijden van een rechtstreekse wisselwerking tussen tekst en beeld. Het is aan de beschouwer zijn eigen weg te vinden in het beeld en zich de tekst toe te eigenen voor interpretatie.