Curnier Jardin, die zich aangetrokken voelt door de enige gerealiseerde film van Genet: Un Chant d'Amour (Song of Love, 1950), behandelt het werk metaforisch, als een kostuum dat andere lichamen past, en fantaseert: Wat zou Chant d'Amour kunnen zijn wanneer de personages worden gespeeld door niet-glorieuze lichamen in menopauze? Deze nieuwe parade van personages zal zich tijdens de bewerking van de film ontvouwen in een gesloten ruimte, die herinnert aan de gevangenis in de originele film.