Met zijn fascinatie voor het gebruik van gevonden foto’s in zijn werk was Paul Bogaers (Tilburg, 1961) een van de voorlopers in de nu wijdverbreide belangstelling van fotografen voor bestaande beelden. In zijn vroege werk combineerde hij vaak zijn eigen foto's met amateurkiekjes, krantenknipsels, prentbriefkaarten, boekillustraties en andere gevonden fotografische bronnen. Associatie en suggestie spelen een belangrijke rol in deze combinaties, waarin hij de kijker uitnodigt om nieuwe, verrassende verbanden te ontdekken.
Een foto is voor Bogaers nooit een einddoel geweest, maar altijd een ‘halffabrikaat’. Veel heeft hij geëxperimenteerd met bewerkingen en uitbreidingen: het plaatsen van een foto naast een ander beeld, het tekenen en schilderen op een foto, of deze een kwartslag draaien of helemaal ondersteboven keren.
De laatste jaren breiden de werken van Bogaers zich zelfs uit naar het driedimensionale domein en veranderen meer en meer in assemblages en installaties. Op zoek naar meer expressieve kracht breidt Bogaers zijn foto’s tegenwoordig uit met papier, karton, hout, metaal, vezels, glas en de meest uiteenlopende gevonden voorwerpen. Om dit type werk te omschrijven bedacht Bogaers de term ‘Extended Photography’.
In 2015-16 had hij een solo-tentoonstelling in Foam, getiteld My Life in the Bush of Ghosts.