Wat is er nog over van een plek, wat is de historie van een beeld en in welke context begeeft het zich nu? De echo van een idee en de vergankelijkheid van een beeld maken dat Marije Gertenbach (1990) zich interesseert voor oude schilderingen, gebouwen en ruimtes. Gertenbach onderzocht tijdens haar studie aan de Rijksakademie hoe beschadigingen van fresco’s door de tijd heen, de eigenschappen van de architectonische ruimte heeft veranderd. De tijdelijkheid en de veranderingen van de ruimte staan gelijk aan die van onszelf. Ze doen denken aan de eenmaligheid van het leven, aan onze sterfelijkheid. Gertenbach: “Ik zoek naar een ontwrichting van context en een soort isolatie van de toeschouwer. Dat je heel even helemaal alleen bent met het beeld of in een ruimte”. Gertenbach kijkt naar oude technieken en vertaalt deze naar haar schilderijen en objecten in het heden. Ze analyseert het gebruik van verschillende materialen zoals jute en paneel in combinatie met verschillende typen verf zoals bijvoorbeeld minerale silicaatverf, die ze zelf maakt met bijzondere pigmenten.