Philip Akkerman schildert uitsluitend zelfportretten, elke werkdag tussen negen en vijf, al bijna veertig jaar lang. Hij schildert met de techniek van de oude meesters, in drie stappen: eerst een tekening, dan een laag in één kleur om donker en licht te verdelen en ten slotte de kleur. De technische opbouw van het schilderij staat dus vast, net zoals het onderwerp. Maar verder laat Akkerman zich leiden door zijn intuïtie. Hij doet ‘waar hij zin in heeft’. Wie denkt dat zijn zelfportretten over ‘Philip Akkerman’ gaan, heeft het mis. Akkerman schildert wel degelijk zelfportretten, maar hij is niet geïnteresseerd in zichzelf. Hij zegt: “Het bestaan is een blinde kracht, die met de mens plotseling zichzelf kan zien. Dat is het doel van ons bestaan: het bestaan eens flink in de ogen kijken en dat schilder ik.”