Karin van Dam ontwikkelde dit werk in het Textielmuseum Tilburg. Het bestaat uit gebreide stof samengesteld uit monofilement (nylon) en wol. De centrale cirkel wordt van binnen ondersteund door een metalen frame waardoor hij een stukje omhoog komt en open staat. Eronder liggen vier halve cirkels waardoor het geheel eruitziet als een soort bloem of waterlelie. De geweven stof heeft echter een strak bijna technologisch uiterlijk waardoor er een spanning ontstaat tussen de organische totaalvorm en het high tech materiaal.